Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot - Testament lyrics
Your rating:
Na tweeëntwintig jaren in dit leven maak ik het testament op van mijn jeugd. Niet dat ik geld of goed heb weg te geven, voor slimme jongen heb ik nooit gedeugd. Maar ik heb nog wel wat mooie idealen, goed van snit, hoewel ze uit de mode zijn. Wie ze hebben wil, die mag ze komen halen, vooral jonge mensen vinden ze nog fijn. Aan mijn broertje dat zo graag wil gaan studeren laat ik met plezier het adres na van mijn kroeg, waar ik te veel dronk om een vrouw te imponeren en daarna de klappen kreeg waarom ik vroeg. En dan heb ik nog een stuk of wat vriendinnen die wel opgevoed en zeer verstandig zijn en waarmee je dus geen donder kunt beginnen, maar misschien krijgt iemand anders ze wel klein. Voor mijn neefje zijn mijn onvervulde wensen wel wat kinderlijk, maar ach ze zijn zo diep. Ik behoorde immer tot die groep van mensen voor wie het geluk toch altijd harder liep. Aan mijn vrienden laat ik gaarne het vermogen om verliefd te worden op een meisjeslach. Zelf ben ik helaas een keer te veel bedrogen, maar wie het eens proberen wil, die mag. Mijn vriendinnetje, ik laat je alle nachten dat ik tranen om jouw ontrouw heb gestort. Maar onthoud dit wel: ik zal geduldig wachten tot ik lach omdat jij ook belazerd wordt. En de leraar die mij altijd placht te dreigen: jongen, jij komt nog op het verkeerde pad, kan tevreden zijn en hoeft niets meer te krijgen. Dat wil zeggen: hij heeft toch gelijk gehad. Voor mijn ouders is het album met de plaatjes die zo vals getuigen van een blijde jeugd. Maar ze tonen niet de zouteloze praatjes die een kind opvoeden in eer en deugd. En verder krijgen ze alle dwaze dingen terug die ze mij te veel geleerd hebben die tijd. Ze kunnen mij tenslotte ook niet dwingen groot te worden zonder diep berouw en spijt. En dan heb ik ook nog enkele goede vrienden maar die hebben al genoeg van mij gehad. Dus ik gun ze nu het loon dat ze verdienden, alle drank die ze van mij hebben gejat. Verder niets, er zijn alleen nog een paar dingen die ik houd omdat geen mens er iets aan heeft, dat zijn mijn goede jeugdherinneringen, die neem je mee zolang je verder leeft. (c) B. de Groot / L. Nijgh