Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Op het ijs songtekst
Je score:
Op het ijs Ik was op een klaren winterdag Op het ijs aan t'schaverdijnen Toen ik het lieve Jetje zag Op t'spiegelvlak verschijnen Zij deed bereid haar schaatsen aan En ik vroeg -wij waren buren- Of ik haar een wijl mocht sturen En lachend nam zij t'voorstel aan Refrein En wij gierden en wij zwierden Gezwind als de wind Hand in hand als op vleugelen gedragen En zij bloosde van vreugd En ik reed zo verheugd Fier en blij aan haar zij Vol behagen Ik minde het meisje in stilte al lang En dierf t'haar niet verklaren Maar toen we raakten uit den drang Liet ik mijn vreze varen Ik zei haar op een eenzaam pad Dat nu mijn hart moest spreken Of van verdriet zou breken Dat ik haar minde haar aanbad Refrein Zij kreeg een blos , bleef staan en keek Me strak een wijl in de ogen Ik voelde dat mijn wang werd bleek Had mij de schijn bedrogen ? Maar neen , zij blikte eens rond en toen Sprak zij nog half verlegen Ik was u steeds genegen En ik sloot den mond haar met een zoen Refrein We reden nog wel op en neer Maar bleven telkens pozen En lonkten fluisterend zacht en zeer En zalig minnekozen Die winterdag vol zonneschijn Is me immer bij gebleven De schoonste van mijn leven Toen ik Jetje noemde : Liefste mijn ! Refrein ------------------------