Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Aan den Yzer songtekst
Je score:
Aan den Yzer O schoonen stroom die in den bocht van dubblen dijk Naar de aderslag van ebbe en vloed de zee beroerde Ten lage landen spoelde uw vruchtbaar zout en slijk Of zeewaarts d'overvloed der klare vaarten voerde Die t'elke lente als over t'duin een priller zon De luwer dagen melde met de lichter nachten Ter weiden zaagt ontluiken naar den horizon In bloei van bloeme'en gras , een bloei van bruine vachten Die naar den tragen tred der parden droegt langs brug En veerhuis , de oude boten , waar de dorpen schoolen En wist door heel het jaar op elken heuvelrug De blij bedrijv'ge zeilen van een grijzen molen Maar schooner dan het lied van merel , zeis en kind Was telkens de ommegang der klare zomerdagen Als langs den stoffigen weg Die door de velden windt Ter hollen schuren keerde de oogst geladen wagen Gij die den vrede ried der lieden langs uw vaart En zaagt den zegen van hun dank gevouwen handen Aan d'ijlen wentelrook die steeg uit elken haard En d'Angelus der klokken over de avondlanden Gij die de orkanen kende alleen uit west en noord Hoe ging nu plots uit t'oosten storm de lucht bestrijken En kleurde rood uw wateren van den volkerenmoord En dreven zeewaarts de oogst der ongenoemde lijken Naar t'onbekende vluchtte al wie nog vluchten kon En liet het loeiend vee , dat door de weiden waarde En langs de zwier'ge dijken van uw stroom begon De onmenselijken strijd voor t'laatste strookje aarde En arme mannen keerden willig naar den slag En moe ter dood , maar zonder klacht of kreten , leerden De wonderende wereld wat een heir vermag Met zijn borsten dekt zijn kinderen en zijn heerden Elk stond of viel waar t'hoog bevel te staan gebood En menig regiment dat zich ten offer wijdde En - leeg den gordelriem van t'laatste moordend lood Alleen met t'bloote staal den laatsten storm verbreidde Maar huiver schrok de harten telkens de avond zeeg En alle de einders spookten van het laaiend koren En boven t'golvend meer der rossige dorpen steeg De reuz'ge vuurzuil van een wankelenden toren Dit was de rust na d'aftocht die hun lenden brak Hun spijs en drank verleerde en de arme voeten wondde In regen slijk en wind , de hemelen voor dak En s'vijands bloed als aas voor dorstgeschroeide monden Maar moed verteert het hart en nood vermant de kracht En t'staal was hard dat steeds door dunner rangen maaide Wijl voor elk Duitse hoofd , dat neerplofte in de gracht Een nieuwe helm verrees , een ander roer opzwaaide Noch bood een veil'gen dam het steen van fort en wal Noch gold een sterk verweer de vloed van Maas en Schelde t'Gevaar stond hoog toen de Yzer tegen t'hordental Het wrekend dreigement der noordsche wateren stelde Gezegende Yzervloed , niet om den waterstand Der dappren die de zege tot haar intocht noode En de oogst der vaandels zullen dragen door het land Maar heilig zijt ge ons om de heugnis onzer dooden Want in de nachtelijke diepten van uw schoot Waar kroon noch kruis noch graf hun dood zal doen bevroeden Langs berm en dijk of in het riet van gore sloot Kwam de edelste en de hechtste kracht des lands verbloeden Wij zullen onze kinderen dopen in uw vloed En elk geslacht ter beevaart voeren naar uw velden Opdat hun wil dooraame en aadre door hun bloed Het sterkend zout der zee en de eer der doode helden --------------------------------------