Ruben Hein

Ruben Hein (Nijmegen, 1982) wil maar zeggen: ik ben een hokje verder gesprongen. Loose Fit, het debuut op Blue Note, ligt ruim twee jaar achter ons. De pianist die na aandringen van Benjamin Herman ook bleek te kunnen zingen, heeft veel geleerd. Met uiteenlopende artiesten samen gespeeld. Van Hans Teeuwen tot Oleta Adams tot het Metropole Orkest en, recent nog, Amsterdam Sinfonietta. Hij stond op festivals als Noorderslag en North Sea Jazz. En of dat zijn veelzijdigheid nog niet genoeg onderstreept, werd hij genomineerd voor twee 3FM Awards, voor de Edison Publieksprijs en nam hij de Radio 6 Award voor Beste Soulartiest mee naar huis.

Hopscotch is geen jazzplaat, geen popalbum, niet Ruben’s kijk op funky afropop. Het is van alles een beetje, maar wel goed doordacht. De sound, de rol van de muzikanten, Ruben is er eens goed voor gaan zitten. In een mailtje aan de muzikanten op het album, gitarist Paul Willemsen (ook producer van Hopscotch), drummer Bram Hakkens, bassist Hugo den Oudsten en gitarist Jesse van Ruller, zette Ruben zijn ideeën voor de plaat uiteen. Sleutelwoorden: warm, groovy, ruimte, spacey. Quote: ‘Mijn stem is al glad genoeg, dus daarom heen mag het wel ranziger.’

Ruben noemde in de mail vier artiesten als referenties voor zijn nieuwe plaat. Paul Simon, Ahmad Jamal, Tony Allen en Fink. Ruben: ‘Paul Simon is een briljant liedjesschrijver. Op Graceland combineert hij prachtige songs met een geweldige groove. Dat wilde ik ook. Niet naar het moment van je solo zoeken, maar de gitaren patronen laten spelen die in elkaar vallen. Afrobeat-architect Tony Allen leerde me dat er meer is dan boem-tak, dat je accenten die je als drummer normaal op je hi-hat speelt, ook best op je kick-drum kan spelen. Jazz-pianist Ahmad Jamal is al jaren een grote held van me, hij heeft me laten zien hoe je ruimte in een liedje kan brengen. Hoe leegheid in muziek kan werken. En singer-songwriter Fink is iemand die heel zacht speelt, onderkoeld, maar tegelijk toch heel warm kan klinken.’

De contouren waren helder voor iedereen. In een studio in Amsterdam-Noord werden in de zomer van 2012 de eerste demo’s opgenomen. ‘Hopscotch was een van de eerste nummers die we opnamen, en daar viel gelijk alles op zijn plaats. Ook daarom heb ik het album ernaar vernoemd, de versie die op de plaat staat is de demo-versie. Met alle muzikanten in dezelfde ruimte,ontstonden arrangementen en effecten soms ter plekke. We hadden vaak maar een paar takes nodig.’ De interlude ‘Good Ol’ Jam’ is een bewijs van de sfeer en de manier waarop de vier muzikanten elkaar vonden - Ruben stond op dat moment in de control room: ‘Ik heb ‘t fragment als ‘n soort eerbetoon op de plaat gezet.’

De liedjes gaan over zaken die Ruben in de afgelopen jaren zag, voelde en ontdekte. De onderwerpen lopen uiteen van een hernieuwde versierpoging (‘Try Again’), de minder leuke, zakelijke kant van het muzikantschap (‘Tough Crowd’) tot‘op eieren lopen in een relatie, het letterlijke beeld (‘Wall of Silence’). Hij schreef die liedjes met zijn vaste partners Paul Willemsen en Stan Diego. Maar klopte ook aan bij uiteenlopende buitenlandse songschrijvers. ‘How I Wish’ is het resultaat van een sessie met levende legende Lori Lieberman, vooral bekend van de evergreen ‘Killing Me Softly’. ‘Tough Crowd’ is gemaakt met de Zweedse blue eyed soul-held Magnus Tingsek, Drie nummers, waaronder ‘Little Life’ zijn geschreven met de Engelse componist en toetsenist Richard Causon - die eerder werkte met Tom Jones, The Jayhawks en Rufus Wainwright. Ruben: ‘Eigenlijk heel gek, zo’n schrijfafspraak. Je kent elkaar een beetje via Facebook, je belt aan, iemand doet open, je geeft elkaar een hand, je praat wat over koetjes en kalfjes. Daarna duik je ineens de diepte in, word je heel snel heel intiem en aan het eind van de dag heb je een of meerdere liedjes.’

Ruben is, niet onterecht, heel gelukkig met het resultaat. Met de plek waar hij nu staat. Hokje twee, dus. Hopscotch, het woord is samengesteld uit ‘hop’ en ‘scotch’, het eerste betekent springen, het tweede slaat op lijnen, of krassen. Ruben Hein heeft met zijn tweede album zijn lijnen uitgezet, zijn krassen gemaakt. Op weg naar...ja, waarheen? Zelf zegt hij over zijn eigen ontwikkeling; ‘De weg is belangrijker dan het doel’. Weet in ieder geval dat hinkelen in Duitsland ‘Himmel und Hölle’ heet, hemel en hel. Je begint op het vakje ‘Aarde’. Daarna schop je het steentje steeds een hokje verder. Maar je mag niet stoppen in de ‘Hölle’. Je moet door naar het laatste vakje, door tot aan de hemel.

Deel je mening

Dit formulier wordt beschermd door reCAPTCHA en de Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden zijn daarbij van toepassing.

0 Reacties gevonden