Louis Dunford
Louis Dunford - The Angel Nederlandse vertaling songtekst
Je score:
De Engel
[Vers 1] Terwijl ik alleen door deze straten loop door dit stadje dat ik thuis noem, op de baronvelden van Highbury, onder de stenen stadions. Door de tourniquets bij The Angel, zie de daklozen op het groen, van The Cally tot The Cross en elk gat daartussenin. [Verse 2] Passeer de kerk, de moskee, een drugshol en het kantoor op de hoek, zie het koperwerk van het bordeel dat zich voordoet als een sauna Bekijk het geroezemoes in gokhuizen, zie de winnaars en de verliezers, op zoek naar troost van hun verdriet in de plaatselijke slagschepen. [Verse 3] Door de waanzin op de markt keren verweerde gezichten zich om je te begroeten, "Hallo Guvnor, hoe gaat het met je moeder?" "Je bent goed jongen, wees gelukkig geeza". Grote stukken taart en puree en sterke drank, een Cuppa Rosie Lee kerel, of kijk hoe gepensioneerde gangsters elke dag kibbelen in Arthur's café. [Verse 4] De kleine klootzakken die problemen veroorzaken voor de cozzers, laten je glimlachen, je ontmoet ya muckers voor een paar, vergeet je problemen voor een tijdje. Van The Thornhill tot The Hemmy, alle gezichten zijn hetzelfde, het landhuis verandert misschien, maar de mensen blijven. [Refrein] Noord-Londen voor altijd, wat voor weer het ook is, deze straten zijn van ons. En mijn hart zal je nooit verlaten, mijn bloed zal voor altijd door de steen stromen. [Vers 5] Terwijl ik alleen door deze straten loop door een koninkrijk gemaakt van Chrome, Ik zie hoe ze de kasseien verscheuren en onze kindertehuizen afbreken. Ik zie de architectuur veranderen, zie de geschiedenis verdwijnen, en de skyline herschikt in torens van fineer. [Vers 6] Maar ik zie de overblijfselen van een Londen dat ze dachten uit te wissen, elke keer hoor ik de oude school praten over de goede oude tijd. Elke keer als ik voetbal kijk of een robijn drink met de jongens, zie een hoister die klompen verkoopt of een dealer die zakken schiet. [Verse 7] Het zit in het jongleren van alleenstaande moeders, een baby en een baan, in elke broeder die worstelde die in de beklaagdenbank belandde. Het zit in de wortels en in de fundamenten, nog steeds vastklampend aan het land, het is in de stenen die Morland en Popham hebben gebouwd die er nog steeds staan. [Verse 8] Het zit in mijn familie en mijn vrienden in elke gram en elke Benz, het zit in de wortels die je erft als een generatie eindigt. Het is in de ruïnes van je jeugd en de gezichten van je verleden, omdat het landhuis misschien verandert, maar de mensen blijven altijd bestaan. [Eindkoor] Noord-Londen voor altijd, wat voor weer het ook is, deze straten zijn van ons. En mijn hart zal je nooit verlaten, mijn bloed zal voor altijd door de steen stromen.
The Angel
[Verse 1] As I walk these streets alone through this borough I call home, upon the baron fields of Highbury, neath the stadiums of stone. Through the turnstiles at The Angel, see the homeless on the green, from The Cally to The Cross and every shit hole in between. [Verse 2] Pass the church, the mosque, a crack den and the offie on the corner, see the brasses from the brothel that pretends to be a sauna Watch the bedlam in the bookies, see the winners and the losers, seeking solace from their sorrows in the local battle cruisers. [Verse 3] Through the madness in the market, weathered faces turn to greet ya, “Hello guvnor, how’s your mother?” “you alright son, be lucky geeza”. Double pie and mash and liquor, a Cuppa Rosie Lee up chap, or watch retired gangsters bicker everyday in Arthur’s cafe. [Verse 4] The little fuckers causing trouble for the cozzers make you smile, you meet ya muckers for a couple, forget your troubles for a while. From The Thornhill to The Hemmy, all the faces are the same, the manor might be changing but the people still remain. [Chorus] North London forever, whatever the weather, these streets are our own. And my heart will leave you never, my blood will forever run through the stone. [Verse 5] As I walk these streets alone through a kingdom made of Chrome, I see them ripping up the cobbles and tearing down our childhood homes. I see the architecture changing, watch the history disappear, and the skyline rearranging into towers of veneer. [Verse 6] But I see the remnants of a London that they thought they could erase, every time I hear the old school talk about the good old days. Every time I watch the football or have a ruby with the lads, see an hoister selling clobber or a dealer shotting bags. [Verse 7] It’s in the single mothers juggling, a baby and a job, in every single brother struggling that wound up in the dock. It’s in the roots and in the foundations, still clinging to the land, it’s in the bricks that built the Morland And Popham that still stand. [Verse 8] It’s in my family and my friends in every gram and every Benz, it’s in the roots that you inherit when a generation ends. It’s in the ruins of your youth and the faces of your past, 'cause the manor may be changing but the people always last. [End-Chorus] North London forever, whatever the weather, these streets are our own. And my heart will leave you never, my blood will forever run through the stone.