Jenny Arean & Lucretia van der Vloot
Jenny Arean & Jenny Arean & Lucretia van der Vloot - Ik dacht laatst ineens op de fiets door de stad songtekst
Je score:
Ik dacht laatst ineens op de fiets door de stad Ik heb toch zo´n beetje wel alles gehad Als Magere Hein kwam die zei: sorry meid Het spijt me voor jou maar het is wel je tijd Dan zou ik vast denken: de man heeft gelijk… Wat moet ik nog anders Wat moet ik nog meer Alles gedaan En dan nog es een keer ? Nog een heel leven, met nog es een man Weer een keer baren, ik denk er niet an En zeker die minnaars, en weer naar de kroeg Ruim dertig jaar slempen is waarlijk genoeg En weer es verhuizen en weer nieuw parket En een één of een twee of een driepersoonsbed En van alles maar doen omdat je ´t nog kan Het leven is mooi maar ik hang er niet an Dus blijken ineens mijn dagen geteld Dan zeg ik o.k., de kist is besteld Nee wacht± jonge lammeren, ineens in het veld Op een voorjaarsdag, eig´lijk te vroeg Die wil ik nog zien, hoe ze doen, hoe ze springen Dat nog, en dan is het genoeg En nog even dat aapje in Artis Dat straks wordt geboren En de merel, de eerste Die wil ik nog horen Onder m´n raam, ergens in maart Zo´n halve riedel Alsof ie de rest voor de zomer bewaart En de zwaluw die terugkomt Z´n vleugels gespreid Die moet me nog groeten Zo lang wil ik tijd Ik denk wel es als ik alleen door de nacht -omdat ik door niemand naar huis word gebracht- Zo loop door een straat, iets te ver uit de richting Met rare portieken en slechte verlichting: Straks komt er een man met een mes, die gaat steken Een gek met verlof, en dan is het bekeken Maar als ik dan eerlijk ben: het werd ook wel tijd… Wat moet ik nog anders Wat moet ik nog meer Alles gedaan En dan nog es een keer ? Nog een carrière en nog een CD. Die krengen die gaan toch al veel te lang mee Weer een bespreking met veel rooie wijn Over plannen die morgen al doorgeprikt zijn Weer naar New York om op Broadway te kijken Naar al die producties die op elkaar lijken En dan al die faxen die mensen maar sturen Het leven is mooi maar het moet niet te lang duren Dus blijk ik er niet meer te zijn, volgend jaar Dan zeg ik o.k., de steen is al klaar Nee wacht, toch die lammeren, vroeg in het veld Die staartjes zo dom heen en weer Er komt een klein leeuwtje is me verteld Dat haal ik dan zeker niet meer En de paasnacht op Praxos, dat ene moment Dat de priester om twaalf uur Als nergens meer licht is Ineens met de brandende kaars dan verschijnt ’t Zijn niet de gezangen, ’t gaat niet om de preken Gewoon daar te zijn en je kaars aan te steken En dan ook te zeggen: Christo Anesti Christo Anesti, en iedereen stralen Ja, dan moet ik dus minstens de Pasen nog halen En dan, als ik ooit van mijn kind zou horen Dat er een kleine komt, ben ik verloren Dat weet ik, dan denk ik: hoezo afgelopen Daar ga ik meteen van die mutsjes voor kopen Dan wil ik natuurlijk dat kind op mijn schoot En zeggen: dag schattekind, wat word je groot! Daar wil ik nog duizenden liedjes voor zingen En zien hoe het lacht en grijpt naar die dingen En dat we dan samen de wereld bekijken Hoor es een merel, hoor je: hij fluit En kijk es: een zwaluw, hij komt je begroeten Een zwaluw die terugkomt Zijn vleugels gespreid Ik wil nog heel lang de tijd.