Henk Elsink
Henk Elsink - Toupé or not toupé songtekst
Je score:
Oom Willem had lang al een kale kop Geen hond die er wat van zee Maar z’n vrouw zei: “’k Vind die kop een flop Je neemt een toupé” Eerst wist ie niet eens wat of dat wel was En dacht het is iets van seks En zei: “Als jij ze dan zelf maar haalt Ik met m’n complex” Ze zei: “Jij denkt alleen daar maar aan Het werkt bij jou altijd traag Je ken tegenwoordig een stukkie krijgen En niet alleen in je kraag De baas van Nelis lijkt ook zo jong Die man zit toch aan z’n pensioen Maar sinds hij dat haarstukkie heb gekocht Mag ie de klussies weer doen Ken je nagaan” Afijn, Willem liet zich verleien Het bracht hem wel enigszins van de wijs Maar toen de pruikenmaker z’n naam vroeg Zei hij: “Hm, het lijkt wel Louis Seize” De man vroeg terwijl hij de maat nam Welk model hij het meeste om gaf Zei z’n vrouw: “Nou, laat het maar lang hoor ’t Ken d’r altijd nog af” Een week later had hij z’n pruikie op Het haar hing over z’n jas Men vroeg als hij over de Dam liep Of hij uitgeslapen was Op z’n werk vroeg ie z’n collega’s “Zeg eens eerlijk, lijkt het net echt” Ze zeiden: “Och, ik had het niet eens gezien ’t Is dat je het zegt” Maar ja, ’t model zat ‘m toch niet zo lekker Doch z’n kapper was heel discreet Die heb er een scheiding in aangelegd En op kamerbreed ’t Was beter maar ’t had één bezwaar Houvast dat was er niet bij Zo ging z’n scheiding soms heen en weer Van midden dan weer opzij Nou was hij van huis uit goed opgevoed Dat zat hem ook niet zo mee Want steeds weer als hij z’n hoed afnam Ging het pruikie mee Toen zei tante Jo die erg handig is: “Daar heb ik een oplossing voor” Die heb er wat drukkertjes aangezet En elastiekies om z’n oor Zo had ie ‘n prachtige kop met haar Zoals ie nog nooit had gehad En van die elastiekies zag je niks Omdat ie oorwarmers op had Maar ja, ’t werd zo langzaam aan juli En iedere dag was het heet Toen liep hij toch enigszins wel voor aap En permanent in het zweet Hij heb toen z’n oorwarmers afgedaan Al was ie d’r zo aan verknocht En is de Bijenkorf ingegaan En heb ie een badmuts gekocht Die badmuts hing over ’t pruikie heen Och in de zomer vond niemand dat vreemd Tot een vrouw in de Kalverstraat zachies zee “Dat zo’n man geen toupetje neemt”