Henk Elsink
Henk Elsink - Het tentje songtekst
Je score:
Ik wist niet hoe m’n pa zou reageren ‘k Had geen idee hoe hij die dingen zag Maar ach, ik dacht het is toch te proberen Misschien zegt hij dat het mag Daar stond ik voor m’n vader, hè: “Zeg pa, ik wil iets met je overleggen Ik weet dat je zo’n moderne vader bent” – da’s stroop, hoor “Loes en ik wilden met vakantie In een tent, samen met een tent” De reactie van m’n vader, dat ging zo: “Wat hoor ik daar, wat hoor ik daar, wat hoor ik daar Dat durf jij mij te vragen, m’n bloedeigen zoon Leren jullie dat tegenwoordig uit die vieze filmsterblaadejes Zoals De Piccolo en De Lach” Jan Cremer hadden we toen nog niet, begrijpt u wel “Toen ik zo oud was als jij, hadden we hele andere dingen aan het hoofd Wij deden aan sport en spel in het bos Of ik stond in het patronaatsgebouw te sjoelen Lekker fris met de steen in de hand” Z’n handen stonden er nog naar, weet je dat “Of ik zat met m’n neus in de boeken Ja, ik zat met m’n neus in de boeken” Dat was goedkoper dan een zakdoek, begrijp je wel “Of ik ging met de jongelingenvereniging douwtrappen en zo “Dat ‘en zo’ heb ik altijd verdacht gevonden “Als je dan zo nodig met vakantie wil Waarom ga je dan niet samen met je vrindje, Bas? Maar samen met Loesje en dan nog in een tent Bah, bah, bah” En ik zag ons daar al met z’n tweetjes op de hei In zo’n tentje in de regen Een tikkeltje verlegen Een beetje blue, een beetje bloot Een beetje blij En ik zag ons daar al met z’n tweetjes bij elkaar Het luchtbed, de oase, lag klaar om op te blazen In dat nauwe tentje op de hei Zo kwam de lang verwachte dag steeds nader Haar moeder was ons goed gezind En had beloofd: “Ik vraag het wel aan vader Als Ajax zondagmiddag wint” De moeder van Lies ’s avonds achter Achter het nieuws met Han Derkje “Zeg man, ik wil iets met je overleggen Ik weet dat je zo’n moderne vader bent Loes en Henk wilden met vakantie in een tent Samen in een tent” De reactie van de vader van Loes: “Wat krijgen we nou? Wat krijgen we nou? Wat krijgen we .. Dat zei hij ook altijd bij het eten Wat krijgen we nou? Dat durf jij mij te vragen, m’n bloedeigen vrouw?” Haar vader was zo zuinig, hij sprak met z’n neus om z’n kunstgebit te sparen “Dat gaat dezelfde kant op, dat gaat dezelfde kant op Dat gaat … “ Jaren later heb ik uitgerekend wat hij bedoelde “Wat zal de buurt hier wel niet van zeggen? Wat zal de buurt…” Tja de buurt, de buurt Daar had hij het altijd over Ze woonden namelijk in een buurt moet u weten Die was zo netjes, zo schoon, de vogels vlogen er ondersteboven “Als ze dan zo nodig met vakantie wil Waarom gaat ze dan niet met haar vriendinnetje Ans Naar de jeugdherberg in Oenkerk” Oenkerk, alleen de naam al “Maar samen met die nozem En dan nog wel in zo’n tent Bah, bah bah” En ik zag ons daar al met z’n tweetjes op de hei In zo’n tentje in de regen Een tikkeltje verlegen Een beetje blue, een beetje bloot Een beetje blij En ik zag ons daar al met z’n tweetjes bij elkaar Het luchtbed, de oase, lag klaar om op te blazen In dat nauwe tentje op de hei ‘k Zie ons nog samen gaan op onze fietsen Zij met Ans, daarachter ik met Bas Maar Bas en Ans, nou ja, ik liet ze ’t Kwam ons uiteindelijk goed van pas Ze zijn nu samen net als wij tezamen En de rest afijn, dat is bekend Ja, jij en ik wilden toen met vakantie In een tent, samen in een tent We zaten met z’n tweetjes op de hei Ri di ri di ri ri di ri di We zaten met z’n tweetjes bij elkaar Het luchtbed, de oase, vergeten op te blazen Ri di ri di ri ri di ri di