Arno en Gradje
Arno en Gradje - Ze was nog maar negentien lentes songtekst
Je score:
Ze woonde op een van de grachten Een kamertje in Amsterdam Ze zat elke avond te wachten Of er nog een klant voor haar kwam En zag ze er eentje verschijnen Waarmee zij iets regelen kon Dan sloot ze de overgordijnen Waarna ze haar werk weer begon Ze was nog maar negentien lentes En zat voor het raam op een bank Verkocht zich daar voor een paar centen Aan mannen tot diep in de nacht Het was nog niet zolang geleden Dat zij uit haar dorpje verdween Haar moeder had dikwijls gebeden Of ooit nog haar dochter verscheen Ze heeft het niet mogen beleven Dat ze iets van haar dochter vernam Ze had toch zo vaak al geschreven Naar ’t kamertje in Amsterdam Ze was nog maar negentien lentes En zat voor het raam op een bank Verkocht zich daar voor een paar centen Aan mannen tot diep in de nacht Nog eenmaal is zij teruggekomen Het dorpje dat heeft haar zien staan Ze stond onder treurende bomen Daar ruste haar moeder voortaan Toen wist ze wat ze had misdreven Iets dat ze zichzelf nooit vergaf Dat ze nooit terug had geschreven Geen tranen die wissen dat af Ze was nog maar negentien lentes En zat voor het raam op een bank Verkocht zich daar voor een paar centen Aan mannen tot diep in de nacht Ze was nog maar negentien lentes En zat voor het raam op een bank Verkocht zich daar voor een paar centen Aan mannen tot diep in de nacht