Toots Thielemans
Het is niet veel Belgen gegeven, maar Toots Thielemans is er in geslaagd om uit te groeien tot niet alleen een wereldster, maar ook tot één van de grootste jazzmusici. Misschien dat het feit dat hij instrumentale muziek maakt en men niet direct hoort vanwaar hij komt, hem wel geholpen heeft. Hij speelde mee met namen als Benny Goodman, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, Billy Joel en Paul Simon. Allemaal namen die het evengoed in de muziekwereld hebben gemaakt.
Muziek van hem zal je wel al gehoord hebben. Hij schreef de muziek voor de film Zware Jongens met Gaston & Leo, speelt de muziek voor Baantjer en Witse en eveneens voor films als Midnight Cowboy en Turks Fruit. Hij speelt vooral mondharmonica en dat al van z’n 17 jaar.
Toots Thielemans werd geboren als Jean Baptiste Thielemans op 29 april 1922 en nam de artiestennaam Toots aan naar voorbeelden Toots Mondello en Toots Caramata, 2 jazzartiesten. Hij begon als gitarist bij de begeleidingsband van Bobbejaan Schoepen, maar legde zich al snel toe op de mondharmonica en emigreerde naar de Verenigde Staten. Z’n liefde voor jazz kwam er tijdens de Duitse bezetting in de tweede WO, toen het genre vanuit Amerika enorm populair was hier. In 2001 werd hij tot baron verheven. In 2005 werd hij 20e bij de Grootste Belg. In totaal waren er 10 mensen genomineerd voor die lijst uit de muziekwereld: Arno (de zanger van TC Matic), Tom Barman (zanger van dEUS, Jacques Brel, César Franck (zeer belangrijk organist), Philippe Herreweghe (gerenomeerd dirigent), Orlando di Lasso (één van de productiefste componisten aller tijden met zo’n 1300 nummers, die actief was in de 16e eeuw), Gerard Mortier (oprichter van de Opera van Vlaanderen), Django Reinhardt (één van de grootste jazzgitaristen ooit) en uiteraard Adolph Sax (uitvinder van de saxofoon).
Even terug naar Thielemans. Z’n bekendste werk is deze Bluesette, dat 100’en keren gecoverd werd. Hij noemde het al lachend z’n “social-security number’ noemde. Het nummer dat er op z’n eentje voor zorgde voor de eeuwige financiële zekerheid van de muzikant. Ook al moet hij het wat minder doen, toch treed hij nog af en toe op als levende legende.