Theo Nijland
Theo Nijland & De bende van vier - In De Natuur songtekst
Je score:
We lopen in een open veld Jij vindt het hier zo prachtig Jij voelt je weer achttien Ik voel me achtentachtig Jij zegt dat je niet wist dat stil zo stil kan zijn Terwijl ik het alleen hoor kreunen, krijsen, gillen van de pijn Een kruisspin zuigt een strontvlieg uit Een vliegend hert een boomluis Een lieveheerbeest kraakt tussen de kaken van een holmuis Het knarst onder mijn zolen als ik hier loop te lopen Het krijst, het giert van pijn, onderlijven, schedels barsten oorverdovend open We lopen in de buitenlucht Mijn hand ligt in jouw zij Jij haalt heel diep adem Ik stik zowat, maar jij Geniet toch zo van de natuur Zal ik je eens iets geks vertellen: ik denk in die rotnatuur alleen nog maar aan seks Dat alles het met elkaar doet Dat achter elke grasspriet verschrikkelijk geneukt wordt Jij ziet of hoort ’t niet: het paren van de boomkevers, dat pompende geluid, het popt, het sopt, erin, eruit, erin en er weer uit We struinen door de bladeren Jouw hoofd tegen mijn schouder Bij ieder blad dat ik verplaats voel ik me weer een paar jaar ouder Jij houdt van de bossen En ik, ik hou me groot maar ik hoor in de bladeren het ruisen van de dood Maden die zich smakkend een weg naar buiten vreten, schimmels, parasieten De natuur heeft geen geweten Het knagen en het knarsen Het knisperen, het bikken. De teek boven mijn hoofd Die al z’n bek zit af te likken En hij zuigt zich vast en vreet me leeg Het suckt, het pompt, het kermt, het komt Hoor dan toch die vlinder in de klauwen van die sprinkhaan Schat, het is heel mooi hier maar zullen we es op huis aan? Thuis daar is het vredig Ik leef er op de tast Alleen het vage monotone zoemen van de koelkast Hoor ik nu een houtworm? Waar komt ie vandaan? Ach, straks knaagt ie aan mijn kist Wen ik daar vast aan