Jos Brink
Jos Brink - De eerste mei songtekst
Je score:
Ze zaten samen aan de tafel wat verlaten Terwijl de ketel op de kachel rustig ruiste Een kleine man met grote, moegewerkte vuisten Een kleine grijze vrouw in veel te grauw katoen Ze zaten zomaar aan de tafel wat te praten: Je zou niet zeggen dat het nou de eerste mei is De eerste mei... zomaar een dag die nou voorbij is Zomaar voorbij, omdat ze daar niets meer aan doen Ze spraken samen over toen en lang geleden Toen deze dag de Dag van Arbeid en van feest was Hij wist nog: Troelstra die op zijn fabriek geweest was Zij wist nog: een keer in de week, op zondag, vlees De ketel zong het zachte wijsje van tevreden Omdat de scherpste kanten waren gladgeslepen Twee oude mensen die hun ideaal begrepen Want aan hun tafel zaten Troelstra, Vorrink, Drees Twee mensen die van deze tijd niet zoveel snappen En die zich niet met ultra-dit-of-dat bemoeien Die zeggen: ach de jeugd... ze willen wel het goeie En al die schreeuwerds sterven straks hun eigen dood Twee ouwe mensen die zich niet meer laten trappen Omdat ze heel hun leven naar een waarheid zochten Een eigen waarheid die ze zelf hebben bevochten: Hun ouderwetse en misschien wat fletse rood Ze zaten samen daar de eerste mei te vieren Ze dachten samen aan de eerste mei van vroeger Een kleine grijze vrouw, een kleine harde zwoeger En op de kachel ruist dezelfde ketel door Maar in hun ogen staan de vaandels en banieren Die met hun schittering de jaren achterhalen Ze zingen samen zacht de Internationale Ze zeggen samen zacht: waar deden we het voor