Een ridder had een maagdje lief
Joebilaheihei
maar hij was schichtig als een dief
Joebilaheihei
Hij kon haar soms heel aangedaan 
vanuit de verte gadeslaan
Maar als zij hem haar glimlach gaf
dan wendde hij de blik weer af
en zwijgend liep hij haar voorbij
Joebilaheihorum,joebilaheihei

Als hij haar wandelen zag in 't woud
Joebilaheihei
verschool hij zich in 't kreupelhout
Joebilaheihei
Eens schreef hij haar een minnebrief
Oh jonkvrouw zoet, ik heb u lief
Maar daar hij hem niet sturen dorst
droeg hij hem rond al op zijn borst
Verborgen onder zijn kledij
Joebilaheihorum, joebilaheihei

's Nachts als hij op zijn sponde lag
Joebilaheihei
en in zijn droom haar voor zich zag
Joebilaheihei
Dan sloeg zijn hart zo wild en woest
maar toen hij plots op kruistocht moest
had hij haar kussen nooit gesmaakt
hij had haar nimmer aangeraakt
En met een blik slechts scheidden zij
Joebilaheihorum, joebilaheihei

Gij mannen van een latere tijd
Joebilaheihei
lach niet te schamper om dit feit
Joebilaheihei
Gij die zo grof en onbedekt
een vrouw beschouwt als lustobject
Weet dat zij heim'lijk onbeschroomd
vaak van zo'n kuise ridder droomt
en niet zo'n vuilerik als gij
Joebilaheihorum, joebilaheihei