Ik heb ’t toneel en ik heb m’n gezin
Ik heb dus niet alles, maar twee maal de helft
Ik heb ’t gekregen zoals ik ’t wil
Ik kan niet meer zonder, ik kan er niet buiten
Ik moet die ongerijmde helften dag aan dag 
Maar zien te rijmen met elkaar

Mijn god, dat rijmt niet met elkaar
Nog één keer

Ik heb ’t toneel en ik heb m’n gezin
Ik heb m’n gezin en ik heb ’t toneel
En twee maal de helft
Dat wordt nooit een geheel
Ik heb ’t gekregen zoals ik ’t wilde
Ik wilde ’t zo, ’t werd me gegeven
Hoe zou ik ooit zonder die twee kunnen leven
Ik moet die ongerijmde helften dag aan dag, nee jaar na jaar
Maar zien te rijmen met elkaar

Hoera, nou rijmt het met elkaar

Ik zal ’t rijmen met elkaar
Ik zal die ongerijmde helften wel eens lijmen op elkaar
Al hou ik eeuwig ’t nerveuze van een bestaan dat piept en kraakt
Toch zal ik trouw zijn aan de keuze die ik bewust niet heb gemaakt     
 Want ik wil vlees en kaviaar
Ik zal ’t rijmen met elkaar
Ik zal ’t rijmen met elkaar

Mijn man zegt: ‘Ga nou eens rustig zitten lezen’
Mijn regisseur zegt: ‘Leer jij die tekst eens uit je boel’
Van nu af aan hebben beiden niks te vrezen
Want ik ga lekker rustig zitten leren lezen in mijn rol

Ik zal ’t rijmen met elkaar
Al lijkt van tijd tot tijd dat dubbele karwei me wel wat zwaar
Ik wil, ik zal, ik kan niet kiezen
Want ik wil roze en ik wil groen
En kiezen is de helft verliezen
Ik zal er zijn, ik zal ’t doen
IK wil ‘m hebben, eerlijk waar
Ik zal ’t rijmen met elkaar
Ik zal ’t rijmen met elkaar

Ik zal ’t rijmen met elkaar
Ik zal u zeggen hoe; wij hebben geen geheimen voor elkaar
Ik ga ’t voortaan slim bekijken:
Heb ik een rol als maintenee 
Zo één die dikwijls staat te strijken
Neem ik van huis mijn wasgoed mee
Dan is ’t ook wat eerder klaar
 Ik zal ’t rijmen met elkaar
Ik zal ’t rijmen met elkaar

Ik zal
Ik zal, ik zal, ik zal
Ik zal ’t rijmen met elkaar
Al moet ik redderen en rennen en zelfs slijmen hier en daar 
ik heb geen zin om te verdwijnen
Ik wil m’n werk en m’n gezin
Die beide helften zijn de mijne
Ik zit er heerlijk tussenin
Als een waarachtige gekkin 
Met een verbeten commentaar
Ik zal ’t rijmen met elkaar