Adèle Bloemendaal
Adèle Bloemendaal - De dame songtekst
Je score:
Gekleed in tweed of pied-de-poule, het mantelpakje en de bloeze, de slanke lijn het eeuwig doel, gemist door taartjes en tompoezen. Het damesblad, het feuilleton waar liefde altijd rijmt op trouw, 't patroontje van de strandjapon die ze zo graag eens dragen zou... de dame. Haar mond staat geen seconde stil om haar gebreken te maskeren, zij die nooit zelf weet wat ze wil, maar anderen steeds de les wil leren. Het clubje voor het goede doel, waar ze over hongersnood gaat praten, maar ondanks alle meegevoel geen kruimel cake zal overlaten... de dame. De liefde die ze heeft gemist, haar man, die dat nu zal bezuren, omdat ze van te voren wist: zijn trouw zou nog geen twee jaar duren. De theesalon, 't genieten van het winkelen bij de dure zaken, de jurk die haar nooit passen kan en die ze eindeloos laat vermaken... de dame. Het lieve meisje, dat haar zoon verliest door moeders intrigraties, is van afkomst te gewoon en moeder let slechts op relaties. En de verveling als ze dan een hondje heeft om te verwennen na het verscheiden van haar man, de eenzaamheid die ze leert kennen... de dame. Dan komt de tijd dat ze alleen herinneringen op gaat lappen, met oude foto's om zich heen, verbleekte correspondentiemappen. Die liefdesbrieven leest ze weer en mompelt dat ze 't heeft geweten, net als haar oude speelgoedbeer: half door de motten opgegeten... de dame. Ze voelt zich oud en wordt dan bang en klaagt haar nood tegen haar kinderen, vergetend dat ze die zolang ze jong geweest zijn zo kon hinderen. Ze heeft hen opgevoed totdat het nette brave burgers leken, die mensen waaruit alles wat maar levenslust was, is geweken... de dame. En niemand groet haar meer op straat, maar op het kerkhof kent zij namen, wanneer ze langs de zerken gaat dan ziet ze al haar vrienden samen. Dan is het uit en blijft ze stil een paar jaar in een rusthuis leven, niet zindelijk meer en zonder wil zit ze haar laatste web te weven... de dame.