Frits Lambrechts
Frits Lambrechts - De tegensporrelige loteling lyrics
Your rating:
Ik was een jongeling van achttien jaar Ik had mij in de dienst geloten En vrienden luistert, wat ik zeg is waar Ik moest gaan dienen onder de soldaten Zij gaven in mijn hand mij een geweer En schreeuwden om de discipline Maar ik zei tot de kapitein: “Meneer ‘k Wil niet de koning dienen” ‘k Wil niet de koning dienen” Want ik heb heel mijn leven één gedacht: Als ik moet offeren mijn leven Dan zal het nimmer wezen om de macht Aan kroon of kerk of kapitaal te geven Mijn hele hoofd en hart zijn gelanceerd Voor kameraden-socialisten Het is altijd de werkman die marcheert Voor de kapitalisten Voor de kapitalisten Maar toen ik aankwam bij mijn regiment Begonnen ze te commanderen Ik lachte in mijn vuistje om die vent Toen hij mij daar de wapens aan wou smoren Ik wendde mij toen tot de officier Om hem meteen te laten merken Dat ik heus niet gekomen was om hier Voor ’t gouvernement te werken Voor ’t gouvernement te werken Gendarmes hebben mij gearresteerd Als tegensporrerlige krijger ‘k Heb twee jaar in de strafklas gemarcheerd Daar ik de wapenen hardnekkig weiger Mijn hart boordevol maar om wellicht Niet nog meer jaren te verkwisten Hield ik mijn mond voor d’officieren dicht Over de socialisten Over de socialisten Maar toen mijn straftijd eenmaal was gedaan Kon alles me geen scheet verdommen ‘k Ben naar het regiment teruggegaan Om nog één keer aan een geweer te kommen Ze gaven mij weer zo’n moorddadig ding ‘k Heb met een rukje aan die hendel Die officier gesneuveld en ik ging Weer achter slot en grendel Weer achter slot en grendel Vaarwel mijn kameraden groot en klein Ze hebben mij ter dood veroordeeld Vergeet mij niet als ik straks dood zal zijn Stel mij dan aan uw kinderen ten voorbeeld Weg met de koningin en de katholiek En weg met de kapitalisten Laat ze de tering krijgen heel die kliek Leve de socialisten Leve de socialisten