Volksliedjes
Volksliedjes - De nieuwjaarsbrief lyrics
Your rating:
Het was een klein blond meisje van pas een jaar of acht Zo vrolijk als een sijsje met oogjes blauw en zacht Naarstig zat zij te staren op haren nieuwjaarsbrief En schreef met veel gebaren aan haren vader lief Eindelijk is de dag nader waar ik zo lang naar tracht Dat ik mijnen vader mag schrijven mijn gedacht Vadertje braafste der mensen , als ik u eenmaal zag Dat zijn mijn vurigste wensen op deze nieuwjaarsdag En wat wij allen verlangen is dat de vrede brak aan En gij arme krijgsgevangenen weer naar huis mocht gaan Om ons hulp te verlenen dan zijn wij uit ons lij Dan zal moeder nimmer wenen , geloof mij vrij Vadertje lief ik moet u tonen dat wij aan t'verhuizen zijn Wij gaan in een klein straatje wonen in een huisje klein Daar zal het zo koud niet wezen wanneer wij hebben geen vuur Dat komt dikwijls voor , de kolen zijn raar en duur Hoe rolt de tijd toch henen , het is reeds de vierde keer Ik was nog een klein wezen , nog geen vijf jaren oud Ik kon niet lezen of schrijven , en nu ben ik reeds groot Alleen heb ik dit geschreven , vadertje is dat niet lief Gans mijn spaarpot uitgegeven aan dezen schonen brief Vadertje kent gij die bloemen die gij op mijn briefje ziet ? Ik zal u hunnen naam eens noemen: Zij heten vergeet mij niet Voor het sluiten van mijn schrijven vadertje beloof ik u Van altijd braaf te blijven en mijn best te doen zoals nu En mocht de vrede komen zodat gij wederkeert Zult gij verwonderd kijken hoeveel ik heb geleerd Uw lot is wel te beklagen vader , dat begrijp ik goed Maar denk eens alle dagen aan dat onschuldig bloed Van alle vaders die vielen op het veld van eer Gij zijt nog de beste van allen , eenmaal keert gij toch weer -------------------------------------------