Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - De wijfelende ezel lyrics
Your rating:
De wijfelende ezel t'Was op een zonnigen zomerdag Dat tussen twee schelven hooi Een ezel vlak in t'midden lag Wat lag die ezel mooi Eerst keek hij rechts , toen keek hij links En scheen maar niet te weten Zo geurig toch was elke schelf Van welke hij zou vreten Tot hij ten leste droef genoeg Met wijden mond aan t'balken sloeg Hi ha hi ha hi ha En toch lag hij zo mooi Tussen twee schelven hooi Hij stak er beide zijn oren omhoog En keek al heen en weer Aan weerszij blonk hem t'voer in t'oog En streelde de reuk hem zeer Och keus geeft angst en hij begon Te trillen als een wezel En toonde zich in allen deel Een dwazen dommen ezel En onophoudlijk ging hij voort Te steunen met een droef akkoord Hi ha hi ha hi ha En toch lag hij zo mooi Tussen twee schelven hooi Hoe jammer dat hij dus tot zijn scha Het uurtje voorbij liet gaan De dwaasheid kwam ook , t'bleek weldra Ons ezeltje duur te staan Of was t'niet dwaas en ezeldom Dat hij bleef honger lijden Wijl hij niet wist aan welke zij Hij eerst zijn keus zou wijden Totdat ten leste Jaap den boer Van ver vernam zijn luid rumoer Hi ha hi ha hi ha En er heen reed heel mooi Om de schelven met hooi Ons Jaapje bedacht zich waarlijk niet Maar laadde t'hooi op zijn kar Weg reed hij en langoor bleef in t'verdriet En dacht : Wat was ik een nar k'Zal nooit voortaan wat ook gebeurd Mijzelf dus nodeloos plagen Noch midden in overvloed Gebrek en armoe dragen Toen stond hij op en liep van daar Al zuchtend met een luid misbaar Hi ha hi ha hi ha En ik lag er zo mooi Tussen twee schelven hooi -------------------------