Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Aan een gevrozen lyrics
Your rating:
Aan een gevrozen t'Was deze winter fel gevrozen Zeventien graden onder nul k'Vree met een meisken , ze heette Roze k'Zeg het zonder flauwe kul Kom zei ze zo , laat ons heel zachtjes Kom zei ze , t'zal kermis zijn k'Weet nog zo veel ondiepe grachtjes Die al toegevrozen zijn Haal uw schaverdijntjes maar van t'zolder En dan trekken we naar Sint An Daar gaan wij in t'midden van de polder Schaatsen rijden , zo veel als t'kan Rozeken , d'as zo slecht nog niet , ik kom subiet Zo gezegd zo gedaan , en op ene korten tijd Waren w'op t'Sint Anneken aan t'schaatsenrijden Wat een vreugd , t'deed me deugd , God dat was kadee Wat was ik content dat ik met dat meiske vree Hand in hand reden we te samen t'Zonneke scheen , maar t'was toch koud Toen de sterren aan de hemel kwamen Werd mijn Rozeken benauwd Kom zei ze zo , wij gaan naar huize Kom zei ze zo , want t'wordt reeds laat O zei ze , daar vliegt een vledermuize Kom met spoed nu kameraad k'Deed haar schaverdijntjes van haar voetjes O dat was iets da'k geerne deed k'Trok een oogske , k'ben een van die kapoentjes Ziet voor u gij slimme kadee Maar opeens dat gaf ne krak , t'ijs dat brak Allebei lagen wij tot boven ons zij In het ijskoude water te plonsen en te spartelen Help mij smeekte ze God sta me bij Ja rechtuit gezeid : k'had er kompassie mee k'Hielp haar gauw uit het water trekken Allebei zo nat als mest Konden wij er van onder trekken Was me dat een kerremis Half bevrozen gingen wij samen Arm aan arm , het was zo koud Toen we aan ons huizeke kwamen Waren we zo stijf gelijk hout En dan riepen al die jonge kerels Kijk ne keer wat een aardig paar Aan dat meiske haar rokken hangen pegels k'Zag permentelijk , ja t'was waar En ik zei aan mijn liefste zoet , hou u goed Wat malheur , k'welde haar gelijk voor altijd Voor het afscheid nog een kusje geven Maar heur jak en mijne frak die waren , t'is waar Vast aaneengevrozen , wij konden niet van elkaar Meer dan twee , driehonderd mensen bleven lachend rond ons staan Er kwam een agent van politie Die vroeg : Hoe is dat gegaan ? Mijn klein broertje liep naar mijn vader Heel bevreesd en dat ventje sprak Kom gauw mee , want onze Charel is aan een meiske vastgeplakt Zij goten ons los met emmers warm water In het midden van de straat Ik was blij , maar twee drij dagen later Riepen de kinderen achter mij Die heeft gelijk een hond gedaan Ziet hem gaan En als ik met mijn Rooske een wandelingsken doe Roepen alle mensen : Pas op zulke maatjes Zeg mijnheer , plakt niet meer , en tegen mijn roos : Zie , dat is dat meisje dat aan haar vrijer vroos --------------------------------