Jan de Beer
Jan de Beer - Ik ben toch zo verlegen lyrics
Your rating:
Ze was zo mooi en zo jong en het puntje van mijn tong raakte de zon nou ja dat is een lyrische gedachte want ik zag hoe ze naar mij lachte en ik keek naar haar dit en ik keek naar haar dat en zij keek naar mij en ze neuriede wat en ik liep toen naar die snoes en ik zei: Wat denk je van patat met appelmoes? en verder heb ik niets uitgekregen want ik ben toch zo verschrikkelijk ontiegelijk verlegen Dus ik at met die snoes patat met appelmoes en het geroezemoes van de straten vulde de hiaten want ik dacht: Waar moet ik over praten? waar zou ze van houden? Van zwemmen of van racen in een snelle MG van Shakespeare lezen met de kat op haar knie of hield ze soms van vrijen en had ze lange rijen lange rijen van stoeren binken dan zou haar bed er naar stinken maar daar zag ze niet naar uit, en ik moest wat zeggen.. en daarom riep ik luid: ...'t Is mooi weer vandaag, vind je niet? ik heb thuis een parkiet wat heb je een beeldig jurkje aan waar kom je eigenlijk vandaan? en ik zag hoe ze zachtjes lachte en hoe ze dacht: Wat een halve zachte en verder heb ik er niets uitgekregen want ik ben toch zo verschrikkelijk ontiegelijk verlegen Maar toch was ze voor mij het je'tje van het en opeens zei ze: Ik wil naar bed! En ik verslikte me in de worteltjes met rapen maar ze wou naar bed, om te slapen En toen zei ze: Nou dag, het beste met de geiten en ik zei: Nou dag, en toen was ze pleite en ik heb niet eens een klein zoentje gekregen, maar ik ben ook zo verschrikkelijk ontiegelijk verlegen.