Ida de Nijs
Ida de Nijs - November lyrics
Your rating:
Het was twaalf uur in Wijk aan Zee Het wordt tijd om naar huis te gaan Toen iemand zei, hé loop eens mee ‘t Is hier nog niet gedaan Ik keek je aan en ik schrok er van Ik had je jaren niet gezien Je was nog mooi, nog net zo mooi Als toen pas in ‘t begin Op ‘t stille strand in November Zag ik jou voor de eerste keer De wind die waaide door je haar En ik zag het gevaar Ik zag mijn hand al in jouw hand En ik dacht loop door, loop door Onderweg vertelde ik mij dat ‘t was niet meer dan ‘n vallend blad Maar een blad dat valt en een boek gaat dicht Maar wat bleef, dat was jouw gezicht Overdag de zon en 's nachts de maan Ik kon jouw ogen niet weerstaan Ik dacht meer aan jou dan aan mijzelf Ik dacht dagen aan een stuk Wat is dat dan, een mooie man Dit is weggegooit geluk En 's nachts in bed, slaap ik net Dan kom jij op bezoek bij mij Mijn bed is koud, mijn kamer kaal En ik droom hem daar staan En jij ziet zacht als dons als vacht En ik draai me om je heen En in jouw armen word ik warm en droom mijn mooiste zin Te veel gedacht, te lang gewacht Ik ging door op halve kracht Er bleef niks meer over van dit schip Het dreef langzaam tot een stip Tot een puntje aan de horizon Op een oceaan zo groot Ik heb alles overboord gegooit Een haven die kwam nooit Het was 's morgens vroeg in Wijk aan Zee Hoog tijd om naar huis te gaan Jij keek mij aan en ik keek jou aan Van kijk ons hier nou staan Ik pak jouw hand en ik lachte want Jouw gezicht en ook jouw naam En hoe je keek, mijn haar weg streek Toen de zon aan de hemel kwam Ik pak jouw hand en ik lachte want Jouw gezicht en ook jouw naam En hoe je keek, mijn haar weg streek Toen de zon aan de hemel kwam