Herman Van Veen
Herman Van Veen - Ode lyrics
Your rating:
Toen ik 21 was zong ik al uw regels oh mon amour mon doux, mon tendre merveilleux amour voir un ami pleurer over de moed een jood te zijn de oude man met zijn versleten neus de hoer met pijpekrullen de Ridders van het Gulden Vlies de Waalse en de Vlaamse boerenlullen walste ik op uw refreinen Ik zong uw goed een kwart eeuw lang in hallen, zalen theaters en op pleinen In regen, wind door spots verblind in Amsterdam, Berlijn New York, Parijs, de Filippijnen Weet ik of u mij hoort in hemel of in hel daarboven bij de sterren? Zingt u voor de engelen of sidderend bij het vagevuur? Bent u de minstreel van de Lieve Heer? Mephisto's troubadour? Bent u het die mij ziet? Een verre zoon waarvan de moeder niemand kent Rosa Rosae Rosam een doodgewone fan of pelgrim op weg naar de Olympia Ik zong uw goed kwart eeuw lang hallen, zalen theaters en op pleinen Regen, wind door spots verblind Amsterdam, Berlijn New York, Parijs de Filippijnen Maar als ik weer in warme voorjaarsstorm geniet van bijval die neerdaalt van balkon en opstijgt uit parterre en dank ik dan het hooggeëerd publiek klopt steevast in mijn hart een stem die zegt: En ik dank u, meneer Jacques Brel, ik dank u wel.