Hans van Deventer
Hans van Deventer - Stamboom lyrics
Your rating:
Bij een dorp in de Peel stond een machtig mooi kasteel bewoond door een adellijk fossiel Groot gebrek aan vers bloed deed zijn nageslacht geen goed zijn dochter, de freule, was debiel D'adellijke oude was een jonkheer die, trots op zijn edele komaf, minstens twee derde van zijn staatspensioen aan het nagaan van zijn stamboom gaf. 't Neêrlands bloed had vermoeid door zijn aderen gevloeid, natuurlijk van vreemde smetten vrij. In 't kasteel was geen muur,meegerekend zelfs de schuur, of er hing een heroïsch schilderij. Voorvaders, ijzervreters allemaal, zagen vol walging en vol gram, vanuit hun lijsten hoe de edelman drie x daags een staalpil nam. Heel veel geld, heel veel tijd en een weggejaagde meid had d' edele snaak al gespendeerd. Tegen ieder die kwam, kon hij zeggen dat zijn stam nog nooit door een bastaard was onteerd. Stambomen, wapens en het jachtseizoen waren zijn passie, zijn geluk. Toen brak de freule door haar dommigheid al die broze arbeid stuk ! 't Lieve kind, 16 jaar, en gelukkig bijna klaar met zes klassen van de lag're school werd, als was ze een geit, door een boerenzoon verleid tussen de radijs en boerenkool. Toen zij de school verliet, iets voor de tijd, kreeg zij een getuigschrift als bewijs. De freule doorliep, al was 't op haar manier met vrucht het onderwijs. Op 't kasteel was die dag echt geen reden tot gelach de jonkheer ging tandenknarsend rond. Met een ruk, nog een ruk scheurde hij zijn boeken stuk en smeet alle opa's op de grond. Toen maakte hij van een oud beddenkoord handig een degelijke strop. Daarmee hing hij zich op de binnenplaats aan zijn eigen stamboom op.
Copyrights:
Author: Hans van Deventer
Composer: Hans van Deventer
Publisher: His Master's Voice
Last updated by Anonymous at Friday 18th of May 2012 10:25