De stad gaat slapen
een late tram scheurt door de straten
de nachtlantaarns worden aangezet
De stad gaat slapen
de bleke maan klimt op de daken
de dagjesmensen gaan nu al naar bed
en in de achtertuinen klinkt het rusteloos 
gescharrel van eenzame katers op jacht
en langsheen de huizen zingt een vroege 
drinkebroer zijn lied dat met de liefde lacht

Dit is de tijd waarop de uilen dansen
het langharig volkje uit zijn zolderkamer sluipt
Dit is de tijd waarop de kroegen wachten 
voor wat centen krijg je er wat vriendelijkheid in ruil
kerels zoeken naar ’t plezier, vrouwtjes maken grote sier
stille jongens worden wakker en gaan roekeloos op jacht
wordt het bier of een liefje voor één nacht

De stad gaat slapen
cafémuziek klinkt door de straten 
de lichtreclames dansen een ballet
De stad gaat slapen
de rode neons voor de ramen beloven je wat duur betaalde pret
en in de roze kroegen wachten er de gulle meiden
om te vergeten wie men was
en in de volle tenten proeven bezweette lijven
de roes van een vreemde wilde dans

Dit is de tijd voor matrozen en soldaten
voor bleke knapen zoekend naar hun eerste avontuur
Dit is de tijd voor dronken vechtersbazen
voor ouwe gijle ventjes is er geen plezier te duur
hoeren lonken naar hun prooi
pooiers wachten op hun fooi
zatte kerels schrijven zinnen op de muur van het toilet
de kinderen zijn toch al lang naar bed

De stad gaat slapen
de eerste tram scheurt door de straten
de lichtreclames worden stilgezet
De stad gaat slapen
de kroegmeid spoelt de lege glazen
de laatste klant wordt aan de deur gezet
en in de schemer van de morgen stappen 
bleke paartjes op zoek naar hun warme nest
en in de gangen van ’t station zwijmelt een soldaat
die door zijn vrienden verlaten werd

De stad gaat slapen
de zon klimt nu al op de daken 
de dagjesmensen komen uit hun bed
De stad gaat slapen
de zon klimt nu al op de daken
de dagjesmensen komen uit hun bed
De stad gaat slapen
de zon klimt nu al op de daken
de dagjesmensen komen uit hun bed