Wim Sonneveld
Wim Sonneveld - Zo kletsen de mensen songtekst
Je score:
Hoort u het wel wat de mensen zeggen Hoort u het wel, maar voelt u het niet Ik nou bij voorbeeld, hoor je ze zeggen Gek dat hun nooit een ander voorbeeld te binnen schiet Ze zeggen: ’t Iss niet omdat het mijn eigen kind is Maar je staat perplex zo goed als ie leert Ze zeggen: Het is niet dat het mijn eigen kind is Maar wat daarop volgt is daarop gebaseerd Dat is nou niet om iets onaardigs te zeggen En dan volgt van de buurman een lijst met gebreken Dat is nou niet om te roddelen, hoor je ze zeggen Maar dan beginnen ze kwaad te spreken Want zo kletsen de mensen U en hij en zij en jullie Van Jan en Piet en Klaas tot Jet en Jo en jij en jullie Want o, de mensen zijn zo mis ’t Is soms om van te schrikken De enige die anders is, ben ikke Hoort u het wel wat de mensen speechen Hun aanhef verraadt wat ze wakker willen maken Waarde collegae, vraagt aandacht voor Kant of Nietzsche Kameraden, enthousiasme om gemeenschappelijk te staken Jongens en meisjes, wordt iets om vooral geen slootwater te drinken Dames en heren, wijst op een fiets die aanstonds wordt verloot Heren, gaat in de richting van daar moeten we op klinken Mannen, is iets met vaderland en trouw tot in de dood Dames, is de aanhef om iets te knippen of te naaien Lui, een schoolfuif me brooddronken lol Luisteraars, tien minuten praten of trachten muziek te draaien Beste vrienden, iets met sandalen om een kampvuur en tegen alcohol Want zo kletsen de mensen U en hij en zij en jullie Van Jan en Piet en Klaas tot Jet en Jo en jij en jullie Want o, de mens is vol venijn ’t Is soms om van te schrikken De enige die anders zijn, zijn mijn vrouw en ikke Hoort u ’t wel wat de mensen zingen Houd er de moed maar in als er niks meer te hopen is Slaap kindje slaap, als het kindje wakker ligt te dwingen We gaan nog niet naar huis, als het feest al afgelopen is Ziet u ’t wel hoe ze hun schouders ophalen Als het ergens in China naar hongersnood ruikt En hoort u wel goed hoe de mensen klagen Als het kind van de buurman zijn enkel verstuikt Merkt u ’t wel hoe de mensen vergeten Franco en Tito zijn al weer bijna meneer Ziet u wel goed hoe de mensen leven De levenden kwellen en de doden vereren Want zo kletsen de mensen U en hij en zij en jullie Van Jan en Piet en Klaas tot Jet en Jo en jij en jullie Want o, de mens is vol venijn ’t Is soms om van te schrikken De enige die anders zijn, zijn mijn vrouw m’n zoontje en ikke Merkt u het wel hoe de mensen het wagen Zichzelf en hun vrienden als gastvrij te beschouwen En hoe ze juist die mensen te eten en te slapen vragen Die thuis eten en bedden overhouden Merkt u ’t wel hoe het huwelijksleven Van de kant van de vrouw iets krijgt van de macht En hoe ze op straat hun man een arm geven Alsof ie voor levenslang werd opgebracht Hoe onder zijn bolhoed nog iets leeft van de nomade Die zijn tentje geruild heeft voor een huisje van steen Een rendier dat stapvoets door parkse paden Geleid wordt naar stal en naar Hilversum I Want zo kletsen de mensen U en hij en zij en jullie Van Jan en Piet en Klaas tot Jet en Jo en jij en jullie Want o, de mens is vol venijn ’t Is soms om van te schrikken De enige die anders zijn, zijn mijn vrouw mijn zoontje, mijn dochtertje, mijn vader, mijn moeder, haar vader, haar.. nou haar moeder misschien niet en ikke