In z'n huisje in de rimboe
Lag hij op het ziekbed neer
En Sarina, 't bruine vrouwtje
Zij verpleegde hem zo teer
In een ijldroom sprak hij zachtjes 
van zijn mooie Amsterdam
En Sarina die 'm zo lief had
Droogde 't voorhoofd bleek en klam
Hoe teer bezag ze hem
En innig klonk haar stem

Slamat tidoer, Lieve blanda
Nonnie waakt de hele dag
Jij weer heel gauw beter worden
Slamat Tidoer, slaap maar zacht.

Blanda zei de zoete woordjes
Nonnie boog zich dichterbij
Ja daar hoorde ze heer duid'lijk
Wat haar zieke lief'ling zei
Fluist'rend sprak hij 
Schat, nog kort hoor
Dan wordt jij voorgoed mijn vrouw
Want je weet dat er maar één is
Waar ik o zo veel van hou
Zij stamelde een klank
Dank, lieve toean dank

Slamat tidoer, Lieve blanda
Nonnie waakt de hele nacht
Jij weer heel gauw beter worden
Slamat Tidoer, slaap maar zacht

Maanden later staat Sarina
Ginds in Priok aan de ka
En daar staart ze handenwringend
een vertrekkend zeeschip na
Toean schreeuwt ze lieve toean
Jij nou breekt je eed van trouw
Of die woordjes in je ijldroom 
Waren voor een blanke vrouw
Een sprong, een hulpkreet klinkt
Dan is of het water zingt

Slamat tidoer, Lieve blanda
Nonnie's offer is gebracht
Jij weer heel gelukkig worden
Slamat Tidoer,  goede nacht.