Willem Vermandere
Willem Vermandere - mijne stamboom songtekst
Je score:
Ik kom uit ne nest van krotteniers, van doodgewone piotten Van keuneboerkes en kloefevolk, van 't kasteel van d'n hond zijn botten Dronkaards, kaarters en kluchtigaards, klaroeners en klarinettisten Maar ook uit ne superkatholieke nest, van fundamentalisten Ik zie in 't verleden ook al rijmelaars van naïev' en scabreuze strofen Ook bodybuilders en hooligans, zelfs mystieke caféfliosofen En straatmadelieven gelijk overal, in de meeste familiekronieken Ook rokkejagers en ne beroepssoldaat, zelfs een paar muzikale komieken Koolputters vele en kloefkappers ook, tjoolders en landverlaters Ne circusklown en nen acrobaat, ook mislukte nonnen en paters Ooit wierd er een aan de galg geknoopt, w'hadden zelfs ne belastingontvanger Ne pooier, nen dief en ne schooldirecteur, zelfs ne zed'loze liedjeszanger Sloebers en snoepers en foefelaars, pallieters en arme schlemielen Werkers en wroeters en wriemelaars, een familie van simpele zielen Eentje was ooit conducteur van den tram, w'hadden twee spoorwegmachinisten Drie binnenschippers en vier chaffeurs, deels kaloten en deels socialisten Maar alle geluk geen spoor van blauw bloed, tenzij van een keukenprinsesse Nen prins carnaval en ook af en toe nen voorvader met een maîtresse Nen keizer ook op de liggende wip, uit de processie keuning Herodes En nonkel Napoleon in ’t gesticht, die veel lange jaren dood is Van al die karwaten, daar stam ik vanaf, in gedachten, woorden en daden Van kop tot teen, van buik tot gat, ben ik erfelijk belast en beladen Maar ik kreeg godzijdank ook geuzenbloed, van de zigeuners mijn zwerversvoeten Ik kreeg van de kelten mijn rostekop en van de vikings mijn zomersproeten Van dichters en dromers dienen draai in mijn hoofd, die vleugels om te fantaseren Mijn broebeltaaltj’ en mijn leugenbargoens, om ’t volk hier ’t amuseren Maar ik groet u mijne stamboom van krotteniers, van zoveel doodgeweune piotten Prinsessen en prinsen, ne grote salu, van de zanger van den hond zijn botten