Willem Vermandere
Willem Vermandere - de spiegel songtekst
Je score:
Daar hangt thuis in mijn kamer, al vijftig zestig jaar nen ouden antieke spiegel, een zeldzaam exemplaar van een verre tante, verwant langs Eva’s kant is ooit dat breekbaar erfstuk, bij ons thuis aangeland de zwartgelakte kader is nodig gerestaureerd en de folie langs den achterkant nogal gecraqueleerd nen spiegel heel onschuldig, zo op 't eerste zicht maar ik weet het wel beter, oortjes open en snaveltjes dicht 't Is jaren dat ie spiegelt, altijd maar 't zelfste smoel hij 't opstaan alle dagen en je weet wat da'k bedoel ik zag voor 't eerst mijn eigen zelven in dat glas als kind zo lang geleden, binst dat 't hier nog oorlog was ik kon amper al lopen, nog onwetend en argeloos mijne rostekop en mijn sproeten toond' ie genadeloos en later dan bij 't eerste, laat ons zeggen baardgewas toond' ie zo onbarmhartig dat dat ook al roestig was En hoe langer da'k ik loerde en diep in die spiegel keek hoe meer da'k constateerde da'k op niemand nie geleek gene vetkuif gelijk Elvis, gene play-boy lijk Sinatra maar nen opgeschoten puber, nen magere schuwe Pierlala die staat zijn haar te kammen en die schart aan zijn verstand loerend naar meugelijke charmes, of naar nen hollen tand en 't wilde maar nie beteren tussen mij en dat glazen ding dat feilloos maar weerspiegelde hoe dat het mij verging Zo groeide het vermoeden, zeg maar grote zekerheid die spiegel is geen levenloos dood stuk antiquiteit kijk, zegt ie, die rimpels en dat haar dat dunner wordt kijk die zorgelijke ogen, ik zie wel waar dat ’t schort hé zo levenslustig, smoorverliefd ! hé 't is nie waar g' hét veel te veel gedronken, hé ge zijt onhandelbaar hé luilak snuit uw neuze, 't is vandage geen karnaval alzo 't dagelijks commentaar van mijnen antieken bemoeial Ik voel me soms geketend, in mijn vrijheid zo gefnuikt en ik durf gerust bekennen dat de lust mij soms bekruipt om die spiegel te verkopen, gratis op de rommelmarkt of om hem te beschuldigen van een aanstaand hartinfarct maar dan sta ik weeral uren te mijmeren in dat glas in mijn hemd'of in mijn ondergoed of in mijn blote ribbcnkast en 'k probeer te camoufleren ieder storend mankement met een creemtj' en een poeiertj' en een blinkend ornament Dan lacht ie in de diepte en er schijnt ne zachte glans op zijn oud geslepen wezen, mens toch stop met dat gezwans ik hang hier al heel mijn leven als simpel zinnebeeld wat glas beplakt met folie, uw nederig spiegelbeeld ik zie nu de volle waarheid, mijn vel is gecraqueleerd en mijn schamel lijf, mijne kader, nodig gerestaureerd als heel de wereld vals is en u schandelijk bedriegt kijk dan diep in uwe spiegel, uwe spiegel die nooit liegt