Dat raapt geen stro van d'eerde, dat doet nooit niemandal
Dat eet en drinkt en babbelt, dat asemt en 't is al
Dat slentert langs de straten
dat zit en geeuwt en gaapt
't hèt dorst en hèt honger, dat rochelt en slaapt

Dat zit daar te wachten, dat voelt hem zo bedot
Dat zit hem te vervelen, dat hoopt op 't grote lot
Dat komt u lastig vallen, dat is altijd malkontent
Dat jankt op heel de wereld, dat is totaal miskend

Dat weet van naadje tot draadje, dat kent ieders verhaal
Dat kent al de prinsessen , dat weet ieder schandaal
Dat zit zijn geld te tellen, dat gluurt en speculeert
Dat loert in al de potten, dat pingelt en profiteert

Dat weet van toeten noch blazen, dat kwettert er op los
Dat is verkeerd begrepen, dat is altijd de klos
Dat zit zelfs in mijn liedjes, dat moeit hem met de metriek
Dat snapt er nog geen jota van, dat kent geen note muziek

Dat sluit met zeven sloten, zijn ziel en zijn deure toe
Dat wantrouwt heel de wereld, dat is eigenlijk levensmoe
Dat hè niets te vertellen, dat zwijmelt en dat zweeft
Dat is al lange gestorven, dat hè nooit echt geleefd