Mijn kindertijd, mijn kindertijd
herinnert mij de vrolijkheid
van ’n dreumes die
op vaders knie
naar eind’ en verre paardje rijdt,
de zomervreugde aan de zee,
de winterpretjes op een slee
en elk geschenk van Sinterklaas!
Het was een zorgeloze tijd;
mijn bedje was gespreid.
‘k Was een verwende kleine baas.

Mijn kindertijd, mijn kindertijd
herinnert mij gezelligheid
in ’t oude huis
bij grootmoe thuis
waar steeds iets lekkers werd bereid.
En die versleten grammofoon,
met z’n gebarsten schorre toon,
hij heeft me nooit of nooit verveeld.
Hij gaf wellicht de aanleiding
dat ik voor u nu liedjes zing;
‘k heb er vaak uren mee gespeeld.

Mijn kindertijd, mijn kindertijd
herinnert mij de narigheid
van angst en leed
die ‘k nooit vergeet,
de bange grauwe oorlogstijd.
Vijf lange jaren vol gevaar,
met wrede mensen die elkaar
uit haat verwezen naar de dood.
Met honger die werd uitgebuit,
waarbij m’n vaak z’n laatste duit
of een bezit gaf voor een bood.

Mijn kindertijd, mijn kindertijd
herinnert mij de hulp’loosheid,
waarmee een kind
de weg begint
op zoek naar z’n volwassenheid.
Met duizend vragen en verdriet,
want afdoend antwoord kwam er niet;
men liet je over aan je lot!
En als je angstig had gewaagd
te doen wat een jong hart vraagt
dan dreigde steeds de straf van God.

Mijn kindertijd, mijn kindertijd
liep over welvaart en rantsoen.
Toch zou ik hem, met wel en wee,
nog best eens willen overdoen!



Muziek: Will Ferdy
Muziek: Eddie Defacq