In het Westland stond ik in een koude kas.
Ik ben daar met een maaimachine afgesneden
en met mijn lotgenoten op transport gesteld.
We huilden toen we naar de bloemenveiling reden.

Ik troost als gele tulp een rode:
je bent de morgenzon,
een serafijn, een hemelbode.

We moesten in een koelcel op een kettingbaan
en bij een klok zijn wij als zwijgende slavinnen
massaal verkocht aan mannen met het boze oog.
Ik zag de handelaars hun judaspenning innen.

Ik troost als rode tulp een gele:
kop op, je bent een zon van goud,
je hoort tot Hollands kroonjuwelen.

Diezelfde dag nog zijn we naar Japan gevlogen.
In winkels gingen wij opnieuw van hand tot hand
om ver van huis in dure vaasjes weg te kwijnen.
Hollandse tulpen sterven in het buitenland.

Ik troost als gele tulp een rode:
kop op, je bent de morgenzon,
een serafijn, een hemelbode.

Zet tulpen nooit apart, maar hou ze altijd samen.
Koop altijd bosjes tulpen met gemengde kleuren.
Dan geven wij elkaar de pep om door te gaan
en zelfs Japanse achterkamers op te fleuren.

Ik troost als gele tulp een rode:
kop op, je bent de morgenzon,
een serafijn, een hemelbode.

Ik troost als rode tulp een gele:
kop op, je bent een zon van goud,
je hoort tot Hollands kroonjuwelen.