Wieteke van Dort
Wieteke van Dort & Het Klokhuis - De Domtoren van Utrecht songtekst
Je score:
Ik liep langs het Oude Grachie, de schooldag was voorbij, met de smoor in, ja, wat dach ‘ie, die school was niets voor mij. Ik had de pest aan de juffrouw, ik had drie min voor taal, ik begreep niet wat die trut wou, ik baalde helemaal. Maar toen, vanaf de Domtoren kon je het overal rondom horen: ´de winter is vergangen´, dat speelde het carillon. De winter is vergangen, het eerste streepje zon. Ik kon weer buiten spelen zonder sjaal en zonder jas. Ik voelde dat het hele rotjaar over was. Ook liep ik langs het Grachie in mijn droeve puberteit, met de smoor in, ja, wat dach ‘ie, ik was mijn vriendje kwijt. Hij zei: ‘Wat ik voor hem voelde, voelde hij weer niet voor mij.’ Ik wist niet wat hij bedoelde, maar het was voorgoed voorbij. Maar toen, vanaf de Domtoren kon je het overal rondom horen: ´de winter is vergangen´, dat speelde het carillon. De winter is vergangen, het eerste streepje zon. De lente laat ons horen: ‘Ik ben mijn jasje kwijt. Zet elke klok naar voren, het is tijd voor zomertijd.’