Walter De Buck
Walter De Buck - de poorte van den hemel songtekst
Je score:
Aan de poorte van den hemel Klopte'r overtijd ne man Sinte Pier springt uit zijn bedde En zijn broek was seffens aan Spoedig steekt hij zijnen sleutel In het slot van d'hemeldeur En hij trekt de poorte open, glorië, gloria, sasa En daar staat ne priester veur. 't Was ne paster van een parochie Uit het bisdom hier van Gent Die gekend was 't allen kanten Voor nen hevigen kiesagent Die kon kloppen op de preekstoel En kon brieschen buik sta bij Op die ketters en die geuzen, glorië, gloria, sasa En de franc-maçons daarbij. Telkens dat 't moest kiezing worden Liep den heiligen zwarte man Bij zijn goede parochianen En hij dreigde mee den ban AI diegenen die dierf kiezen Voor de geuzen g'lijk z'hij noemt Of niet stemde voor de papen, glorië, gloria, sasa Dat hij eeuwig was verdoemd. En stond nu deze preker Voor de deur van 't Paradijs De portier liet hem niet binnen Zonder een ontvangstbewijs Maar zijn meester God De Zeune Kwam daar juist op 't zelfde pas En hij vroeg aan Sinte Pieter, glorië, gloria, sasa Wie daar aan de deure was. Lieven Heere sprak Sint-Pieter En hij boog tot aan de grond 't is weer eene van die herders Die zijn plichte niet verstond Die de vijandschap gebracht heeft Tussen geus en katholiek En die dacht dat zijne zending, glorië, gloria, sasa Maar bestond in politlek. 't Pasterken stond al te beven Bleek gelijk nen hete koek En 't zweer liep van zijn kaken En hij scheet haast in zijn broek Och Heer Jezus wees genadig Laat mij toch naar d'helle niet gaan Alles wat ik heb bedreven, glorië, gloria, sasa Heb ik voor de paus gedaan. Christus die bekeek hem sterlings Van colère wierd hij rood Ha kadé laat ne keer horen Leg maar al uw werken bloot Meende gij da'k op de wereld Ben geweest als catotijn Om alzo van mijn discipels, glorië, gloria, sasa Nagevolgd te moeten zijn. Heb ik ooit van heel mijn leven Ging de Zaligmaker voort Mij aan papen of aan geuzen of aan politiek gestoord Heb ik, zo als gij ne kieshond Of ne stemmenklutser geweest Hebt ge gij dat ooit gevonden, glorië, gloria, sasa Als ge 't evangelie leest. Miseréré, riep de paster Met zijn ogen vol getraan 't is de schuld van onze bisschop Dat en trek ik mij niet aan Uwen bisschop is een schepsel Die al es 't hij eigenaar Voor mijn oordeel zal verschijnen, glorië, gloria, sasa Als nen armen bedelaar. uwen bisschop zjjne kleren Staan van goud en zilver stijf En de Goddelijken Meester Had geen hemde aan zijn lijf Uwen bisschop drinkt champagne 't Zij betaald als op de poef En Ons Heere die moest zuipen, glorië, gloria, sasa Aan een pomp uit zijne kloef. Gij kunt naar den duvel lopen Of te wel bij Peer Malou Riep ons Heere en sloeg de poorte Voor de pasters muile toe En de slag was zo geweldig Dat de kieshond uit de locht kwam gevlogen en een plaatsken, glorië, gloria, sasa In den luizekelder zocht Van de slag van d'hemelpoorte Lag den boel heel overhoop Al den huisraad vloog omverre En al d'heiligen op de loop En de rijstpap en de lepels 't Roldege allemaal uit de kas 't is daarmee dat' op de kiezing, glorië, gloria, sasa Zulk's ne felle storme was. (c) Tekst: Karel Waeri / Muziek: Walter de Buck