Beekje lief ik hoor zo garen
Als gij door de weiden schiet
t'Marmlen uwer kleene baren
t'Ruisen van uw strelend lied
Dat met t'windje samen vliedt
k'Zou m'er blind op kunnen staren
Op uw huppelende baren
Want de zoet gestemde snaren
Zijn toch zo welluidend niet
Zijn toch zo welluidend niet

Beekje lief , met gretige oren
Zit ik mijmerend keer op keer
Om uw toverlied te horen
Op uw boeiende oevers neer
k'Drink uw tonen , maar ik keer
Telkens onverzadigd weer
k'Tracht uw golfjes na te sporen
k'Wil het in zijn vlucht verstoren
Maar voorbij is't en verloren
En het keert hier nimmer meer

Beekje lief laat u betomen
Loop geen dorens te gemoet
Wieg'lend lacht hier op uw zoomen
t'Bloempje dat u welkom groet
Beekje zeg, is t'hier niet goed
Of gelijkt ge een levensvloed
Dien men trots de schoonste dromen
Wat m'ook poge hem te tomen
Onbeteugeld heen voelt stromen
Zoo door voor als tegenspoed ?

Beekje lief ! Ik wilde garen
t'Levenshulkje in stillen vree
Op uw golfjes heen doen varen
Naar de blijde veil'ge ree
Dan helaas ! de onstuimige zee
Voert mij op haar pekel mee
Waar ik niet van wilde baren
Nooit een bloempje mag aanstaren
Maar toch eens de kust ontwaren
Die geen tijden kent nog wee
            -------------------