Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Vertrek en wederkomst van twee geliefden songtekst
Je score:
Vertrek en wederkomst van twee geliefden En als ik was zestien jaar oud Van vrijen was ik niet benauwd Ik vrijde met ene kapoen Die wandelen ging met mij in t'groen Wij waren een schoon jeugdig paar Als mijn ouders t'wierden gewaar Het was tegen vader zijn zin Dat liefde mij dwong tot min Refrein Maar dat liet ik niet , en dat weet ik niet Waarom vader aan mij dat verbiedt Ik sprak er mijn vader eens aan Ik wilde den trouw nu ingaan Ompdat er de liefde mij dwong Maar hij sprak : Gij zijt nog te jong Zo sprak hij : Gij wordt al gevrijd Zo vroeg is uw jongheid verleid Hij kreeg een gedacht in den kop En sloot er mij dadelijk op Refrein O wat droef getraan werd mij aangedaan k'Moest alleen op mijn slaapkamer gaan Maar zowat twee dagen daarna Mijn minnaar werd dat gewaar Hij barstte bijna van de spijt Omdat hij zijn liefste was kwijt En hij nam er een goed gedacht Hij kwam in de duistere nacht En hij haalde zijn liefste bruid Langs t'venster de slaapkamer uit Refrein En hij sprak beducht : Maak nu geen gerucht Want nu gaan wij tesaam op de vlucht Maar als den ochtend kwam aan En vader de ladder zag staan Toen riep hij met droevig getraan Mijn dochter die is weggegaan Dan schreef hij haar spoedig een brief Maar zij met haar zoete lief Die was al lange op reis Naar t'Frans in de stad van Parijs Refrein Ja met geld en goed , vol van overvloed Ziet wat dat de liefde toch doet Hun ouders die maakten droefheid Omdat ze hun kinderen zijn kwijt Maar na den tijd van twee jaar Dan keerden ze weer met malkaar Ze trouwden voor kerk en voor wet Die trouw was hun vroeger belet Asa ouders denkt er toch aan Dat gij ooit dat ook hebt gedaan Refrein En weest toch altijd in uw hart verblijd Eer dat gij uw kinders raakt kwijt ---------------------------