Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - t'Is koren overal songtekst
Je score:
t'Is koren overal Het koren , nog het koren zonder end Geweldig brandend in het middaggloren Langs hoogte en vlakten , waar men keert of wendt Eene onafzienbare zee van glinsterend koren De lucht is vuur en vlam , geen adem stoeit Door t'roerloos veld dat zich in zonnegloed bakert In grootsen zonnebrand die gloeit en schroeit En t'koren rijpt , in t'branden rijp geblakerd Het koren , nog het koren , o die geur Het ritselen van die aren langs mijne wangen Die bonte wenteling van bloemenkleur Die hitte , koeling van mijn warm verlangen O heel mijn jeugd , die door dees golven dringt In onvoldane drift , vanzelf gedragen Door de aarde , de oude , trouwe die weer springt Als t'staagbereden ros , in vreugdeslagen T'is koren , alles koren waar ik schrijd k'Ben weer de zoon der wijde vrije velden Geen wereld meer bestaat , geen ruimte of tijd Geen uur of grens , die perk of palen melden Het blauw vervliet en t'gele goud vergaat Al in een eeuwigheid , van eindeloos gloren Een heerlijkheid die door al luchten slaat Uit t'wonderstralend licht van t'glinsterend koren Het koren lief ! Het koren laat ons gaan En in dien blonden vloed ons ziel herdopen Die laaie vlam zal ook in t'harte ons slaan Heur warme tinteling merg en been doorlopen Ons giet het veld zijn weelde en overvloed In t'land waar nooit de blauwe sferen tanen En in den daverenden middaggloed Ontplooit de zomer trots zijn glorievanen ----------------------------