Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Mie citroen songtekst
Over deze songtekst:
Ziehier de echte geschiedenis van Mie citroen
Mie citroen werd op 11 maart 1837 geboren als Maria Theresia . Haar wieg stond in een krotwoning bij de "Blauwen toren , aan de vuil rui , de huidige oude vaart plaats (Daar war nu onze vogelenmarkt staat) . Haar moeder heette Joanna Clingen . Deze Joanna had nog twee andere onwettige kinderen . Het was geen kleinigheid om haar drie kinderen op te voeden . Ze leefden in de grootste armoede . Op 14 juli 1847 huwde Joanna Clingen met matroos Henri Geley . Hij wettigde de kinderen en erkende ze . Zeven maanden later kreeg Joanna nog een kind , en binnen de twee jaar kreeg ze nog twee andere nakomelingen . Het kleine loon van de zeeman was niet voldoende om zes kinderen te voeden , Joanna was dus verplicht om te gaan werken . Daardoor liet ze haar kinderen aan hun lot over . Zo kwam het dat Mie citroen een jeugd kende van diepe armoede en miserie . Van opvoeding was geen sprake . Mie citroen werkte als veertien jarige bij een naaister om wat bij te verdienen . Op zeventien jarige leeftijd kreeg Mie citroen een zoon : Henricus Geley , die later als volksfiguur "zotten Rik" zou genoemd worden . Zij beeld is nu vereeuwigd in onze reus van het Sint Andrieskwartier (de parochie van miserie) . Toen ze negentien jaar oud was verhuisde ze voor een jaar naar Breda . Terug in Antwerpen beviel ze van een tweede onwettig kind , deze keer een dochter . Ze woonde toen in de kaasstraat . Negen jaar later huwde ze met Henricus Van Aken . Zotten Rik was toen tien jaar oud . Het gezin vestigde zich toen in de Lange Ridderstraat . Mie kreeg toen een leurtoer met fruit (voornamelijk citroenen vandaar haar bijnaam) . Later opende ze een winkel . Met de opvoeding van haar zoon Rik had ze het niet gemakkelijk , te weten dat zoonlief liever lui dan moe was . Zijn devies was toch " houd u zot dan moet ge niet werken" .
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mie citroen Mie citroen kwam van de mijn Met een mand vol vis Wie haar kent zegt : t'is een fijn Die nooit verlegen is Mie die weet voor alles raad Ze heeft dan ook een blad Met haar karreke op de straat Is ze iedereen te plat Op zekeren dag stond ze op den dries Zonder leurders plaat En d'er kwam ne pollies Met keskes en veel praat Maar ons Mie vertrok geen spier Ze sloeg op haren bil En je kon haar horen roepen Kuis je schup af gardevil Schol en paling Komaan voel er maar eens aan Zacht gelijk boter Is mijnen abberdaan Ik heb in huis Nog een heel schoon pooske tong Wil je er wat van hebben Vraag dan achter Mie citroen Mie is later rijk getrouwd Met nen ouwe zot Ze heeft haar eigen huis gebouwd Zij , vroeger kaal en krot Op den dollar en het pond Speculeert ons Mie Lid is zij van t'kunstverbond En van de zoologie Tegen schol en paling Zegt ons Mie nu altijd nee Ze eet nu fijn garenotvidekes En veel creme fouettée -------------------------