In vaders grooten zetel

De knaap is nauwlijks drie jaar oud
Maar struisch en rap ; hij klimt reeds stout
In vaders grooten zetel

Neemt plaats zo diep als hij maar kan
En spreidt zijne armen open dan
In vaders grooten zetel

En heft het hoofd en blikt zo fier
En roept en zingt : Nu zit ik hier
In vaders grooten zetel

Het zusterken dat pas kan gaan
Komt waggelend vol bewondering staan
Voor vaders grooten zetel

Ik ook zegt zij , ik ook daarop
Ik ook met zoete Mieke pop
In vaders grooten zetel

Ik ook , zo spreekt haar biddend oog
Maar t'is toch zo almachtig hoog
In vaders grooten zetel

Wacht zegt hij : zusje , ik kom terstond
En wip , hij glijdt weer op den grond
Uit vaders grooten zetel

Wat is mijn zusje toch zo kleen
Zo denkt hij , zij kan niet alleen
In vaders grooten zetel

Zij kruist hare armkens rond zijn hals
Hij heft , en drukt ze vast en mals
In vaders grooten zetel

En klimt er aanstonds weder bij
En vlijt zich juichend aan haar zij
In vaders grooten zetel

En tussen broer en zusje in
Zit t'popje lijk een koningin
In vaders grooten zetel

En t'duurt niet lang of arm in arm
Slaapt t'kleine drietal blozend warm
In vaders grooten zetel
          ---------------------------