Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Ik ben te oud songtekst
Je score:
Ik ben te oud t'Is zaterdag en zij die zwoegen Ja , al de slaven van t'fabriek Waren betaald en vol genoegen Verlieten zij hun mechaniek Om met hun loon , de prijs van al hun zweten Naar huis te gaan , waar weldra vrouw en kind Hun hartelijk daar "welkom" zouden heten Ze snelden dus naar hunne woonst gezwind Refrein Maar toch een man gaat maar met trage schreden Hij beeft , en t'is nochtans niet al te koud Hij snikt en zegt : Ik heb gedaan nu heden k'Ben afgedankt omdat ik word te oud En vol van smart om troost te zoeken Gaat nu die man een herberg in Hij vraagt een glas , t'geen hen doet vloeken En hij vertelt aan de waardin Zie vrouw , het is vijf en dertig jaren Dat ik nu zwoeg en slaaf voor gindse heer En omdat ik word , wat grijs van haren Dankt hij mij af , geen werk geeft hij mij meer Refrein Nochtans , k'ben kloek , k'moet mij voor niemand geven k'Maakte hem rijk , k'beging schier nooit een fout En toch ontneemt hij mijn gezin het leven Want onbeschaamd zegt hij : gij wordt te oud En zo gegt daar met bloedend harte Die arme man zijn toestand bloot De razernij volgt op de smarte Hij drinkt alcohol met t'geld voor brood Dan gaat hij heen , steeds mompelend in zijn eigen Ha k'ben te oud , zo heeft de baas gezegd Nu zal ik bij niemand meer werk krijgen Gevloekt ! O geldkapoenen , gij zijt slecht ! Refrein En handenwringend nadert hij zijn woning Waar hij verblijft van sinds hij is getrouwd Waar hij gelukkig leefde ans een koning Door vlijt en werk , maar nu , hij wordt te oud Zijn brave vrouw zit steeds te wachten z'Is uitgeput , en ziek'lijk , t'mens Ze zit daar vol bange gedachten Maar ze hoort haar man , en z'heeft haar wens Hij komt in huis , ach wat is hij beschonken Dat is toch vast van zijn gewoonte niet Zij vraagt : Waarom hebt gij zo veel gedronken Kom laat mij u naar bed doen goede Piet Refrein Zie ze steunt nu met haar zieke leden Die man die zij vol liefde nog aanschouwt Ze mist een trap , ze rollen naar beneden terwijl hij zucht : O ja , k'ben toch te oud ______________________________