De wieg van t'kind

En kom vriende die hier staan in t'ronde , en wilde mij eens aanhoren
k'Heb zo zeer een middel uitgevonden , Tist was in de wieg gekropen
t'Was op ne zondag onder t'lof
Tist die wou gaan rusten en die liet hem eens gaan
En alwaar hij zijn vermaak in vindt , en hij kroop al in de wieg van t'kind
En hij zei : Katrien en na moete gij mij wiegen en daarbij nog zingen
En dat zingen van dodo mijne zatte vent en daarmee was Tist kontent
En nadat zij een uur of twee gewiegen had , viel tist al in het slaap
Zijne vrouw ging stillekes de geburen in , mijne man is weeral zat
k'Heb er vandaag al zoveel slagen van gehad
Kom maar mee naar mijn huis , kom eens zien of ik lieg
En die beest ligt verdoemme in de wieg
En ook deze wijven kwamen in ne loop , en nog vele wijven in de ronde
En gingen stiekem naar zijn huis , dat hem noks hoorde en zijn benen vastgebonden
En zij kleedde Tist mee een geitevel , met twee horens en da stond hem jawel
En een ketting van een karreploeg waardat ze Tist mee op zijn donder sloeg
En hij riep van : Wijve slaag me niet meer , k'vraag verdomme voor deze keer
k'Zal er nooit meer slapen in de wieg , k'zien mijn vrouwtje veel te lief
                  ---------------------------------------------