De muldersknecht

Als Jan Jan kloek , de muldersknecht
Zijn zweep laat knallen langs de weg
Dan kijkt het kleine knapenvolk
Verbaasd verbaasd naar Jan Jan Kloek
Die zulke slagen slagen kan

Als Jan Jan Kloek de muldersknecht
Den meelzak op den schouder legt
Dan prijst de boer en zijn boerin
Hoe vlug die Jan hoe vlug die Jan
Met zulke lasten lopen kan

Komt Jan Jan Kloek ter kegelbaan
En laat hij glas nog kegel staan
Dan juichen oud en jong hem toe
Omdat als Jan , als Jan Jan Kloek
Geen mens in Limburg kegelen kan

Op kermisdagen heeft hij graag
Een aardig stukje in zijn kraag
Maar pas dan op en terg hem niet
Daar Jan Jan kloek , daar Jan Jan Kloek
Geen vreemden bluf verdragen kan
             ----------------------