De muis

De muis , de muis , de kleine muis
Wat maakt zij toch voor een gedruisch
Geheele nachten in ons huis
Ze ritselt , ze hippelt
Ze kwispelt , ze tippelt
Ze knaagt
Ze zaagt
Ze haalt en draagt
Ze krabt
Ze schrabt
Ze kleutert 
Ze peutert
Ze plukt wol tot een bolleken
En rolt het op een rolleken
Recht naar heur holleken
Ze bijt lapjes en papierkens
Tot fijne kleine zierkens
En maakt daarvan een nestje klaar
Zoo zacht alsof het zijde waar
Zoo van den avond tot den morgen
Is t'aardig dier aan t'zorgen
Aan t'hutselen
Aan t'frutselen
Aan t'knabbelen
Aan t'krabbelen
Aan t'schikken
Aan t'flikken
In alle hoeken
Aan t'zoeken
Hierin slippende
Daaruit glippende
Ginds wegwippende
En dan weer terug naar heur nest
Want zij weet : oost west
Te huize best
In pluimen , wolle , pluk en pluis
Slaapt de famillie van de muis
De jongskens zijn nog o zo klein
De muize houd ze warm en rein
Want onze kruimeldief
heeft ze zo lief
Daar heeft de kat de muis geroken
Ze kijkt in t'hol , zeer diep , diep , diep
Maar knagelijntje blijft verstoken
En zegt van binnen : Piep piep piep
              --------------------------