Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Bijbelse geschiedenis songtekst
Je score:
Bijbelse geschiedenis Toen adam in het schone eden Leefde met Eva aan zijn zij Waren zij beiden zeer tevreden Men lette niet op hun kledij Want nergens toch vind men geschreven Dat Eva een korset aan had Zij waren beiden heel tevreden Tevreden met hun vijgenblad Refrein Wanneer die tijden eens wederkeerden Dat was voor menigeen de hoop Dat het eenieder zeer flatteerde En daarbij was het ook goedkoop Toen Noe eens van zijne druiven Wat wijn geperst had zekere keer Geraakte hij danig aan t'fuiven Tenslotte viel hij dronken neer Toen hij zijn roes had uitgeslapen Trakteerde hij de hele buurt Hij schonk aan meisjes en aan knapen Want anders raakte de wijn verzuurd Refrein Wanneer dat heden zou gebeuren Dat Noe wijn te schenken had Zou de politie hem bekeuren Omdat hij geen vergunning had Toen Mozes in zijn biezen mandje Aan de rivier te slapen lag Kwam farao's dochter langs het kantje Ze nam hem mee toe zij hem zag Haar vader vroeg haar zeer verwonderd Vanwaar of zij dat kindje had Ze zei doodleuk : Dat heb ik gevonden En haar vader geloofde dat Refrein Wanneer een meisje in onze dagen Haar vader dit wijsmaken kan Dat men de kinderen vind langs t'kantje Dan kwam er heus geen einde aan Toen Jozef in vervlogen dagen Eens door de vrouw van Putifar Uit min werd aan de haak geslagen Geraakte hij zwaar in de war Hij liet , gij weet het immers allen Eensklaps werd hij vreselijk bleek Van schrik zijn wijde mantel vallen En deed of hij haar niet begreep Refrein Wanneer een meisje in onze dagen Voor zo een Jozef kwam te staan Dan liet hij eerst zijn mantel vallen En had zijn broek ook uitgedaan -----------------------