Zoo.
Waaristie dan?
Waaristie dan?
Waaristie waaristie waaristie waaristie waaristie dan?
Waar is pappa z'n kleine mannetje?
Waar is de pappa z'n kleine mannetje dan?
Waaristie dan de pappa z'n kleine mannetje?
Even kijken hoor, kweetniet waar die is, moet ik even zoeken waar de pappa z'n mannetje is.
Ooh, hij is natuurlijk in z'n mandje.
Jaah, pappa z'n mannetje is in z'n mandje, he?
Jaah, in z'n mandje.
In z'n mandje!
Maar wie heeft er nou toch de deksel op het mannetje z'n mandje gedaan.
Och jeetje, zit ie in z'n mandje met de dekseltje op de mandje.
Heeft de vrouwtje van de pappa de dekseltje op de mandje van de mannetje gedaan.
Dat hoeft toch niet, he?
Is toch een stoute vrouwtje!
Vrouwtje moet toch niet dekseltje op het mannetje z'n mandje doen.
Zoo, kijk es, kijk es, kijk es, wie hebben we daar?
Wie hebben we daar? Wie hebben we daar?
Daar is de pappa, daar is de pappa van de pappa z'n kleine mannetje.
Jaah, jaah, oh, ligt ie daar toch zo lekker te slapen.
Ligt ie daar toch zo lekker te slapen, de kleine mannetje van de pappa.
He?
Jaah, jaah, jaah!
Oh nee hij heeft helemaal, oh jeetje hij zit helemaal in de knoopjes.
Hij zit weer helemaal in de knoopjes omdat de stoute vrouwtje de dekseltje op de mannetje z'n mandje had gedaan, kijk nou toch, moet de pappa weer de mannetje uit de knoopjes halen.
Zo, zo, nog, hier nog een knoopje.
Zo!
Nou is het weer de pappa z'n mannetje, he?
Nou is het weer de pappa z'n mannetje.
Ja.
Kom maar bij de pappa op de schoot.
Kom maar bij de pappa op de schoot.
Jaah, ja, kijk es watte toch een knappe mannetje ooh komt ie helemaal langs de been van de pappa op de schoot van de pappa, jaah, pappa z'n knappe mannetje, pappa z'n knappe mannetje.
Ga maar lekker liggen op de schoot van de pappa oeh, wat heeft ie een kouwe buikie.
Oeh, wat een kouwe buikie wat een kouwe buikie wat een kouwe buikie.
Ja, nee niet zo blazen.
Niet zo blazen tegen de pappa.
Niet zo blazen tegen de stropdas van de pappa, pappa heeft toch mooie stropdas, stropdas van de pappa heeft toch niks gedaan.
Nee, nee ga liggen, ga liggen.
Lig, liggen gaan.
Liggen, liggen.
Lig, nee op de schoot van de pappa.
Op de schoot van de pappa, mannetje.
Manne..mahaahe ma... mannetje in z'n mandje.
Mannetje in z'n mandj...mannetje in z'n mandje van de pappappappappappappaapmap!
Mm! Haah! Haaeh!
Whaaah, huh huh! Nee!
Mannetje man... mandje van de papmannema... hajaaah!
Whaah! Wheeh! Whaah! Whaah!
Wheeh! Wheeh! Wheeh! Whaah!
Wheh wheh wheh wheh whaaaaaaaaaaah... whuuuuuuuuuh... oooooohoeh!