Sinterklaas die kan ontploffen
da's nu al vijf jaar dat ik wacht.
Hij pakt de wortels uit mijn sloffen
maar nog nooit een go-car meegebracht.
En als de klokken overkomen
krijg ik altijd maar de helft
want die witte man uit Rome
houdt mijn go-car voor hemzelf.

Ik word kampioen ...

'k Ga mezelf een go-car bouwen,
dan heb ik er dadelijk één�.
Als ik een ander moet vertrouwen
heb ik er volgend jaar nog geen.
Met de vuilbak en de fluitmoor
van mijn ouwe tante Mie,
heb ik al het materiaal voor
een heel goei karrosserie.

Mijn karretje wordt uitgerust
met splinternieuwe okkasiebanden
vol frisse lucht van aan de kust,
met witte streepjes op de randen.
Als schokbrekers gebruik ik
de bretellen van mijn pa.
En de koplampen die maak ik
van ons moeder haar beha.

Ik giet mijn tank vol limonade
met een scheut kalisjesap.
'k Word de schrik va de autostrade,
volle gas en veel te rap.
Geen enkele sportkar doet het beter
dan dat wagentje van mij
want elke halve kilometer
steek ik mezelf een keer voorbij.

Jacky Ickx kan een puntje zuigen
aan de snelheid die ik rij.
Nicky Lauda moet ook buigen
als hij 't opneemt tegen mij.
Ik ben de space-man van de race-baan.
'k Zit precies in een raket,
'k trek maar al de gele trui aan,
morgen sta 'k in de gazet.

'k Zal nog dikwijls moeten slapen
en nog veel boterhammen eten
en nog jaren lang naar school gaan
tot mijn broekje is versleten.
Maar al dat gekribbel met die vulpen
heb ik allemaal niet vandoen
want later als ik groot ben,
leer ik toch voor kampioen.

Ik word kampioen ...