Tröckener Kecks
Tröckener Kecks - ballade van de boer songtekst
Je score:
hij houdt van het Twentse land waar 's winters kilte heerstmet hete zomers druppels dauw bij ochtendmist zonsopgang maakt hem één kwartier voor het westen wakker maar sneeuw blijft er het langste liggen op de akker als de noordoosten wind de scherven grond bevriest hij houdt van de bedauwde velden in de vorst rijpwit geglazuurd kraakt gras onder de klomp er breekt een bleke zon door de nevelbanken slaat bij de werkpaarden stoom af van de flanken het ploegijzer wordt een zwaard van zilver in de zon hij houdt van eerlijkheid, de geur van grond en mest de gier over het natgegeseld land verspreid de geur van Twente, land van de textielbaronnen dat ooit met bloed en zweet en tranen werd ontgonnen en waar arbeid adelt maar de adel arbeidt niet sinds eeuwen leven naast elkaar de kromgegroeide boeren de paarden, de koeien de kater en de hond het gele koren de rode aarde de boer, hij bidt en steekt zijn spade in de grond hij houdt van regen die zwaar neerslaat op het land de regen die geur geeft aan het afgemaaide gras maar vreest de roggewolf in velden goudgeel koren dampende paarden trekken moeizaam diepe voren de ploeg werpt golven aarde om, het land moet zwart hij houdt van zware storm, het zwerk waar Donar jaagt kolkende wind die eeuwenoude eiken kraakt de stammen krommen, kreunen, de bladeren verwaaien dan scheren over akkers ruisend graan de kraaien die over weiden en verschroeide aarde gaan hij houdt van modder die de karresporen vult en door wielen ratelend uit de geile grond gedrukt die langzaam naar het zwarte slik komt teruggegleden sappige aarde in de vuist als klei te kneden vol bloed en zweet draagt hier de grond voorgoed de schuld sinds eeuwen leven naast elkaar de kromgegroeide boeren de paarden, de koeien de kater en de hond het gele koren de rode aarde de boer, hij bidt en steekt zijn spade in de grond Tekst en muziek: Leo Kenter / Rick de Leeuw / Theo Vogelaars / Rob de Weerd