Hij kon zijn moeder niet missen
Wou elke dag bij haar zijn
Dat deed zijn vader beslissen
"Eruit jij bent niet meer klein"

Op z'n veertigste betrok hij een kamer
's Avonds zat hij in het café
Daar zag hij de man met de hamer
Die hem aan zijn pa denken deed

   Ach moeder - Ach moeder
Laat me toch weer komen - Laat me toch weer komen
In uw armen - In uw armen
Veilig en fijn - Veilig en fijn
U bent de vrouw - U bent de vrouw
De vrouw van mijn dromen - Van mijn dromen
Bij jou - Bij jou
Wil ik altijd zijn

De kroegbaas in Weende 
En nam hem mee naar huis
Bij haar in bedje
Voelde hij zich thuis

Zij leek op zijn moeder
Vervulde haar rol
Tot ze zei: "Opstaan broeder
Het is uit met de lol"

Snikkend liep hij op straat
Tot hij haar zag
Een vrouw die om geld vroeg
Met zijn moeders lach

Hij wilde haar trouwen
Zag niet het gevaar
Uitgekleed en leeggeschud
Ze was met hem klaar

   Ach moeder - Ach moeder
Laat me toch weer komen - Laat me toch weer komen
In uw armen - In uw armen
Veilig en fijn - Veilig en fijn
U bent de vrouw - U bent de vrouw
De vrouw van mijn dromen - Van mijn dromen
Bij jou - Bij jou
Wil ik altijd zijn

   Ach moeder 
Laat me toch weer komen 
In uw armen 
Veilig en fijn - Veilig en fijn
U bent de vrouw - U bent de vrouw
De vrouw van mijn dromen - Van mijn dromen
Bij jou - Bij jou
Wil ik altijd zijn - Zijn

Op een dag werd hij ziek en niet beter
Onveilig en vrij eist haar tol
Een sms aan z'n mam: C U later
Toen schoot hij nog een keertje vol

Zijn moeder verzorgde zijn grafsteen
Met bloemen en een foto van ma
Op de zerk stonden zijn laatste woorden:
"Eens zal ik je weerzien, ergens hierna"

   Ach moeder 
Laat me toch weer komen - Laat me toch weer komen
In uw armen - In uw armen
Veilig en fijn - Veilig en fijn
U bent de vrouw - U bent de vrouw
De vrouw van mijn dromen - Dromen
Bij jou - Jou
Wil ik altijd zijn