Ome Hein die twintig jaren in de rijwielstalling zat
Droomde van een motorfiets maar zag geen kansen
Tot hij plotseling bij een sjacheraar z'n hart verloren had
Aan een rooie indiaan, een tweedehandse

En 's zondags na de echte soep met ballen
Dan staat hij in de Rozenstraat te knallen
In een gummi-jas met zwarte, leren kappen
Staat hij zich eerst de zenuwen te trappen

Z'n vrouw staat op de stoep en ziet 'm zwoegen
En zegt: "Verhip, dat kreng geeft weer geen sjoege"
Ze is in gala met haar broodjes maanzaad
En zegt: "Ik druk me, ik hoor wel als hij aanslaat"

Hein geeft het ding een moordklap met de sleutel
En seint z'n vrouw, een lichtelijk gereutel
Als eindelijk dan in rook en walm het vehikel rijen gaat 
Dan zingen alle buren van de hele Rozenstraat:

   "Heb je ome Hein gezien
Met z'n tufmachien en de charmante tante Sien
Achterop met z'n tweeën naar de Zaan
Op die rooie, op die mooie
Op die gammele tweedehandse indiaan
Wat een herrie
Op die gammele tweedehandse indiaan?"

Achterop zit tante Sien met proviand in crème dessin
Als het dubbeldikke venusje van Milo
Ze laat een ladder in d'r kousen en d'r jaretellen zien
En forceert het achterwiel met tachtig kilo

Het nummerplaatje hangt al kielekiele
Ome Jaap roept: "Kijk, de kinkhoest op twee wielen"
Met veel en overbodige signalen
Komt uit het stel een klein dozijn verbalen

En als 'ie buiten het centrum van de stad snort
Zit Sien d'r driekwart hakje tussen het spatbord
En gil, een rem, een makke als het gas knalt
Het stel zit na een salto op het asfalt

Oom Hein zegt kalmpjes: "Meid, je mot niet schrikken
Blijf zitten want we mosten toch picknicken"
Een gebroken as, een gebroken teen, gebroken alle twee
Bij een gebroken thermosfles met Van Nelle's gebroken thee  

   Heb je ome Hein gezien
Met z'n tufmachien en de charmante tante Sien
Achterop met z'n tweeën naar de Zaan
Op die rooie, op die mooie
Op die gammele tweedehandse indiaan
Wat een herrie
Op die gammele tweedehandse indiaan?

Maar de zon gaat nu verdwijnen, plotseling wordt het koud en kil 
Want de mooie, blauwe lucht gaat nu betrekken
Tante Sien zegt: "Kijk die hemel nou, 't is net m'n linkerbil
Ook met hier en daar die verse blauwe plekken"

Maar plotseling slaat de hemel aan het huilen
En d'r is geen enkel plekkie om te schuilen
En Sien neemt kosteloos rechtop een douche
De bloemen drijven uit haar zomerbloesje

Oom Hein belegt een plan en wil gaan liften
Maar tante slaat dan hevig aan het kiften
Ze gilt: "Probeer 't 'ns met 'n wasmachine
Je stinkt al zeven maanden naar benzine  
 
Krijg jij de pip maar met je indianen"
En eindelijk commandeert ze fel: "Me gane"
Ze sjouwen door de regen met die dooie indiaan
en slepen hem gedwee naar z'n wigwam in de Jordaan 

   Heb je ome Hein gezien
Met z'n tufmachien en de charmante tante Sien
Achterop met z'n tweeën naar de Zaan
Op die rooie, op die mooie
Op die gammele tweedehandse indiaan
Wat een herrie
Op die gammele tweedehandse indiaan?