Daar sta je dan in je goeie goed
En met je biezen op je broek
Te gluren door een gaatje,
Een gaatje in het doek

Ja, dat is het eerste wat ik doe, mensen, als ik in het theater kom, s avonds. Dat vind ik een leuke opening.

En net als ik denk: waarom sta ik hier nou
Waarom doe ik dat nou, allemaal
Net op dat ogenblik 
Krijg ik toch weer die kick
Van de mensen in de zaal

Gezellig
gezellig
Eindelijk zijn we weer 
Een avondje samen
gezellig 
gezellig
Hé, daar heb je…
Nee, ik noem geen namen

Elke avond is ’t er weer
Dat grandioze moment
Dan roep ik, Sjonnie
Haal dat doek maar op
Wat een plaat 
Wat een prent
Wat een volk
Wat een tent
gezellig
gezellig
O, o, o, wat voel ik me hier thuis
En ik krijg weer de kriebels in m’n bloed
Zit me dasje goed
Zit me jasje goed 
Gezellig gezellig gezellig gezellig gezèèllig
Gezellig gezellig gezellig gezellig gezèèllig
Doe ‘ns mee, doe ‘ns mee
Gezellig gezellig gezellig gezellig gezèèllig
Gezellig gezellig gezellig gezellig gezèèllig

Vous êtes superbe
You are lovely
U bent leuk

U bent leuk, dat voel ik nou al. Gek is dat, hè? Was er wat gevallen? Oh, leg maar neer.  U kunt hier alles doen. Vind je ’t gek dat ik het zeg, mensen, nee, wacht effe, vind je ’t gek dat ik ‘t zeg, maar ‘t is nu al gezellig. Vind je niet? Vind je niet? ’t Is nu al gezellig. Moet je ‘ns naar boven kijken. Moet je ‘ns kijken, moet je ‘ns kijken. Toch gezellig, gezellig. Dat komt omdat u er bent. ’t komt niet omdat ik er ben.  Nee, want ik was hier al om zeven uur en ‘t was niet gezellig. U, u moet eens om zeven uur komen. Ja, niet allemaal tegelijk want dan is het weer gezellig. Zal ik je wat zeggen, mensen? Weet je wat ik dit vind, hier? 
–Gezellig 
-Ja..  Gezell.. Weet je wat ik ‘t vind? Ik vind dit mijn tweede huis. Dat is voor mij geen theater meer. ‘t Is mijn tweede huis, zo voel ik het. Als ik u zo zie zitten, dan denk ik: dit is de goede kamer en u bent de visite, u bent de visite. Ik zie u niet meer, mensen, als,  als ‘t publiek, ik zie ’t niet meer. ’t Is net of ik u stuk voor stuk, alsof ik u allemaal ken. Dat mag je rustig weten. Ik overdrijf niet. U bent een stuk van mijn leven geworden. U bent het brood op mijn plank. Ja, waarom zou je ’t niet zeggen? En u bent niet alleen het brood u bent ook de plank.

Blaas maar op die trombone
Ik speel vanavond de clown
Dit is m’n stekkie, dit is mijn plek
Vader is back in town

Gezellig, gezellig
o, o, o, wat voel ik me weer thuis
En ik krijg weer de kriebels in m’n bloed
Zit me dasje goed
Zit me jasje goed 
Gezellig gezellig gezellig gezellig gezèèllig
Gezellig gezellig gezellig gezellig gezèèllig