Toon Hermans
Toon Hermans - De slinger van de koffergrammofoon (1956) songtekst
Je score:
-Ja, ieder artiest heeft een liedje waar men hem herhaaldelijk om vraagt. Dat heb ik ook. De mensen vragen mij altijd of ik dit liedje wil zingen. Doe ‘t ‘ns Ping ping ping ping Ik heb een zekere ome Toon Die heeft een koffergrammofoon En als z’n vrouw de vaten wast Dan stoeit ie met de platenkast De olieman, toujours l’amour De ouwe dichter en de boer Die plaat is zo versleten want Je hoort gewoon de onderkant En of dat ding een herrie maakt Het piept en krast en kreunt en kraakt En af en toe, van tijd tot tijd Is ome Toon de slinger kwijt En dan hoor je elke keer Datzelfde deuntje weer: Waar is de slinger van die koffergrammofoon? Waar zou die wezen? Waar zou die zijn? Zonder die slinger geeft dat ding geen toon Waar is die slinger van die koffergrammofoon? Zoeken, zoeken maar In de twijfelaar Onder het ledikant In de prullenmand In de overjas Op de linnenkast Nee, nee Nee, nee, nee Nee, nee, nee, Nee, nee, nee, nee Oh, waar is die slinger nou? ……. En ik als naaste buurman ik hoor diverse repertoiren Ik krijg op m’n nuchtere maag Een stukkie Faust Met daaraan vast het schone Op de woelige baren Op de voet gevolgd door stukkies Johann Strauss Ik hoor van: Prinslein, schlafe ein In kruisen en in mollen Lilli Marleen nog steeds in Mondenschein En ’s avonds gaan ze met z’n allen Lekker naar de bollen En Tauber zingt van: Wien, nur du allein press res mest te de Augen die lachen Waar is de slinger van die koffergrammofoon? Waar zou die wezen? Waar zal die zijn? Zonder die slinger geeft dat ding geen toon Waar is die slinger van die koffergrammofoon? - Nee, is nog niet uit, is nog niet uit. Nee. D’r komt nog wat. De dienstmaagd, de dienstmaagd Die heeft die slinger verstopt Want die zegt die plaat heeft zo’n baard Maar ’s nachts zegt ze zachtjes haar lieveling op En Bing, Bing die zingt dan voor haar: Well, well, we wow when wow Wind waait, de blues blai Wing wow ween Dan komt de plaatvisite Diverse ome Pieten Wat nichies en wat neefies Met grammofoongezichies Diverse tante Nellen Met bellen in d’r lellen Dan draait, dan draait, dan draait, dan draait Kapot Dan draait voor juffrouw Berkhoff De muur van het oude kerkhof Mevrouw De Bruin in ’t hoekie Komt ook met een verzoekie Mevrouw De Bruin met decolleté En krullen in d’r haar Die ruilt de Elandsgracht eens voor de Seine Zij stond eens op de Rue Michel Daar in de grand bazaar En heeft nog heimwee naar de madeleine En als ze zwijmelt in een hoek Draait ome Toon op haar verzoek: Paris, dudu du monde Paris, centre du Waar is de slinger van die koffergrammofoon? Waar zou die wezen? Waar zou die zijn? Zonder die slinger geeft dat ding geen toon Waar is die slinger van die koffergrammofoon? Zoeken, zoeken maar In de twijfelaar Onder het ledikant In de prullenmand In de overjas Op de linnenkast Nee, nee Nee, nee, nee Nee, nee, nee, Nee, nee, nee, nee Oh, waar is die slinger nou? ……. Toen ik dit liedje schrijven ging Wat nootjes en wat woorden Geloof me, dat ik in m’n slaap Dat slingerdeuntje hoorde Geloof me, heus, ik droom daarvan Ik zag een grote conferentie Met Chupov, Chroetsjov enzovoort En ik als heel klein mensie En plotseling toen belandde daar Bulganin En slingerde zo hard ie kon de zaal in Waar is de slinger van die koffergrammofoon? Waar zal die wezen? Waar zal die zijn? Zonder die slinger geeft dat ding geen toon Waar is die slinger van de koffergrammofoon? Waar is die slinger van de koffergrammofoon?